Toetsen en studievoortgang

De beoordelingen voor al je vakken kan je vinden in eduarte. Je studieloopbaanbegeleider zal je hier alles over uitleggen aan het begin van het schooljaar. Je vindt daar beoordelingen voor de algemene vakken en hoofdvakken. Ook word je bij de hoofdvakken en de algemene vakken beoordeeld op professioneel gedrag. Wanneer je in die periode op stage bent geweest krijg je een bpv beoordeling op je rapport i.p.v. de gebruikelijke cijfers voor je lessen. Dit zal een beoordeling zijn op basis van behaald/niet behaald

Algemene vakken

De algemene vakken zijn voor iedereen gelijk in het eerste en tweede leerjaar.

Voor je overgangsrapport geldt als eis een jaargemiddelde van minimaal een 6 per vak. Aan het vak Nederlands is het vak theateroriëntatie en taal (alleen jaar 2) gekoppeld.   

Voor één van de algemene vakken mag je aan het einde van het schooljaar gemiddeld één onvoldoende staan met als ondergrens een 5. Bij een gemiddelde lager dan een 5 kun je op dit algemene vak blijven zitten.

De vakken Nederlands, rekenen en Engels worden waar mogelijk in het eerste leerjaar en anders in het tweede leerjaar al zoveel mogelijk afgesloten door middel van instellingsexamens (IE) en centrale examen (CEM).

Hoofdvakken 
De hoofdvakken zijn de vakken die direct te maken hebben met het beroep dat je later wilt doen. Daarom stellen we de eis dat je voor deze vakken gemiddeld minimaal een 6 behaalt op je overgangsrapport. Dit geldt per vak.

Beoordeling aanwezigheid en professioneel gedrag
Voor je aanwezigheid en professionele gedrag krijg je een aparte beoordeling. Aan het einde van het studiejaar moet je over de 4 onderwijsperiodes gemiddeld een 6 staan voor deze onderdelen. 

In het eerste en tweede jaar ontvangen studenten na iedere lesperiode een feedbackformulier. Hierin schrijven de docenten bondig wat feedback om het gegeven cijfer te onderbouwen. Een deel van de cijfers komen niet voort uit directe eindtoetsen en we vinden het belangrijk dat studenten toch goed begrijpen waar een cijfer vandaan komt.

 

Meer informatie

Toetsen, opdrachten en herkansingen

Toetsen, opdrachten en herkansingen
Gedurende elke periode en elk leerjaar worden je studieresultaten gemeten d.m.v. toetsen en presentaties. Dit noem je officieel formatieve toetsen. Deze toetsen worden becijferd en die cijfers geven weer wat je niveau is op het moment van toetsing. In de studiewijzer van je leerjaar zie je wanneer deze toetsen plaatsvinden en waar die over gaan.  In week 6 van elke periode vinden de toetsen plaats van die periode. Het inleveren van beroepsopdrachten gebeurt bij voorkeur in week 2 van de betreffende periode.

Gemiste toetsen door afwezigheid
Als je een toets van de algemene vakken hebt gemist kan je die in week 7 van diezelfde periode inhalen. Dit bespreek je met de betreffende docent. Voorwaarde voor het inhalen van de toets is, dat je jezelf voor aanvang van de betreffende toets hebt afgemeld bij het MBO kantoor en je dus geoorloofd afwezig bent geweest.

Als je niet tijdig bij het MBO kantoor bent afgemeld en je mist een toets, dan ben je ongeoorloofd afwezig en zal de toets worden beoordeeld met het cijfer 1 en kan daarom niet meer worden ingehaald. Je kunt de toets dan aan het einde van het schooljaar herkansen. 

Bij de hoofdvakken is het niet altijd mogelijk een toets moment/presentatie in te halen. Overleg altijd met je docent wat er mogelijk is.

Wanneer een student zijn werk/opdracht niet inlevert krijgt de student een 1, wanneer een student zijn werk met toestemming van de docent alsnog/te laat inlevert, geeft de docent niet hoger dan een 6.

Herkansing
Elke student mag aan het einde van het schooljaar voor de vakken Nederlands, rekenen en Engels 1 herkansing (per vak) maken; indien dit noodzakelijk is voor overgang naar het volgende leerjaar. Voldoendes kunnen niet herkanst worden voor een hoger cijfer.

Het herkansen van een toets gaat in overleg met de docent van het desbetreffende vak. Je vraagt bij de docent een herkansing aan. Hij/zij zal zorgen dat de toets klaar ligt voor het moment van herkansen. De herkansing wordt gepland in de laatste weken van de lessen van periode 4.

De praktijktoetsen

Aan het einde van leerjaar 1 en 2 vinden praktijktoetsen plaats waarmee de voortgang van iedere student wordt afgetoetst en een inschatting kan worden gemaakt of de student klaar is voor de vervolgstap in het volgende leerjaar. Het eerste leerjaar sluit met de praktijktoets ROAR de vierde periode van het eerste studiejaar af. Dit is een samenwerkingsproject met theaterdocent studenten van ArtEZ. Het tweede leerjaar werkt tijdens de vierde periode van het schooljaar samen met studenten van de regieopleiding van de Toneelacademie Maastricht in het project ROMA en sluit daarmee het tweede leerjaar af. Omdat de PET opleiding tijdens de praktijktoetsen werkt met gemengde groepen van leerjaar 1 en 2 en soms zelfs jaar 3, kan het ook omgedraaid zijn qua project. In het derde leerjaar doe je examen.
 

Bekendmaken studieresultaten

Tijdens week 8 van elke periode evalueren de docenten in de laatste les hun vak met de studenten. De docent bepaalt zelf hoeveel tijd hiervoor wordt ingericht. De docenten voeren hun beoordelingen (cijfers) in in Eduarte. Deze worden besproken in de beoordelingsvergaderingen. De beoordelingen kun je vinden in Eduarte, dit is te bereiken via portaal. De studenten schrijven zelf ook ene evaluatie in week 9 en leveren deze in bij hun studieloopbaanbegeleider voor de afgesproken deadline. Tijdens week 10 van elke periode (de evaluatieweek) heeft elke student een gesprek van maximaal 30 minuten met zijn studieloopbaanbegeleider waarin de evaluatie van de docenten en van de student zelf besproken worden. Ook is er een klassenevaluatie met de slb-docent in week 10.

Betrokkenheid ouders/wettelijke vertegenwoordigers bij de studievoortgang
Wanneer het studieverloop van een student niet goed verloopt wordt de student daarvan op de hoogte gebracht en uitgenodigd voor een gesprek met de slb-docent en/of hoofddocent van de betreffende opleiding. Studenten jonger dan 18 jaar hebben dit gesprek samen met minimaal 1 van de ouders/verzorgers.

Bij studenten ouder dan 18 jaar is het aan de student zelf of deze aanwezig zijn bij het gesprek. Tot 21 jaar worden de wettelijke vertegenwoordigers van de student schriftelijk geïnformeerd over de reden van het gesprek en de daar gemaakte afspraken.

Professioneel gedrag

Met het cijfer dat je krijgt voor professioneel gedrag wordt door alle docenten van je hoofdvakken aangegeven hoe je leerhouding is in relatie tot het vak waar je voor wordt opgeleid. Dit is niet een cijfer per vak maar een cijfer dat je gehele leerhouding weerspiegelt. Je krijgt ook een professioneel gedrag cijfer van de vakgroep algemene vakken. Soms zijn er studenten die bij de hoofdvakken een andere leerhouding laten zien dan bij de algemene vakken en zo kunnen we helder (laten) zien waar eventuele verbeteringen moeten gaan plaatsvinden.

Als je lager dan een 6 krijgt wordt er altijd via onderstaande criteria aangeven waar de onvoldoende op gebaseerd is. Ook krijg je een uitnodiging voor een gesprek met je slb-docent om dit te bespreken.

Bij professioneel gedrag wordt gekeken of de onderstaande criteria op orde zijn.

  • Aan staan: neemt de student eigen initiatief, doet hij mee? Kan de student zich focussen op zichzelf en op anderen? Heeft de student een verbaal open communicatie naar zijn omgeving?
  • Actief en betrokken: doet de student mee in groepsgesprekken, laat hij zijn mening horen en voegt hij zaken toe?
  • Afspraken nakomen: weet de student daden aan woorden te koppelen? Kan de student ook eigen initiatief tonen en zelf stappen zetten in het werk?
  • Basis op orde: heeft de student diens randvoorwaarden genoeg op orde qua fysieke en/of mentale gezondheid om voldoende leerbaar te zijn.
  • Collegialiteit: zet de student zich in voor een professionele samenwerking met medestudenten.
  • Communicatie: heeft de student een directe communicatielijn met school over belangrijke zaken. Is de student in staat op een positieve manier te communiceren met mede studenten.
  • Durven: daagt de student zichzelf voldoende uit om ook de dingen te doen die die spannend vindt en nog niet beheerst.
  • Feedback kunnen ontvangen en verwerken: weet de student tips te ontvangen en ernaar te handelen?
  • Focus: heeft de student in de lessen en in de thuisopdrachten voldoende aandacht en concentratie voor de lesstof.
  • Onderzoekend en nieuwsgierig: weet de student buiten zijn eigen kaders te kijken om te zien wat er nog meer mogelijk is?
  • Oplossingsgericht denken: lukt het de student om in mogelijkheden en positief te denken, i.p.v. in problemen en onmogelijkheden?
  • Samen werken: lukt het de student om in samenwerkingsopdrachten de balans te houden tussen ruimte geven en ruimte nemen waardoor er een daadwerkelijke samenwerking tot stand komt.
  • Verdiepen: is de student gericht op verder te zoeken, te leren en door te bouwen op de kennis en vaardigheden die de opleiding aanbiedt?
  • Vermogen tot reflectie: kan de student naar zichzelf kijken en daarover communiceren?
  • Zelfstandigheid: lukt het de student om op eigen kracht aan te blijven en deadlines te halen buiten de docent-gestuurde lessen.

Bindend studieadvies en beëindiging inschrijving

In het eerste studiejaar van je opleiding ontvang je een bindend studieadvies. Dit kan een positief advies zijn, wat betekent dat je je opleiding kan voortzetten. Je kunt ook een negatief advies krijgen. Bij een negatief bindend studieadvies wordt de inschrijving beëindigd en moet je stoppen met je opleiding. Er kan ook sprake zijn van een eenzijdig verwijderingsbesluit op grond van gedrag dat in strijd is met de orde en gedragsregels uit het studentenstatuut. 

Als je een éénjarige opleiding volgt, ontvang je een bindend studieadvies tussen de derde en vierde maand van het eerste studiejaar. Als je een opleiding volgt die langer duurt dan een jaar, dan ontvang je een bindend studieadvies tussen de negende en twaalfde maand van jouw opleiding.

Als je later in de opleiding bent ingestroomd (en dus niet start in het 1e studiejaar van de opleiding), dan krijg je ook een bindend studieadvies. Het is tenslotte het eerste studiejaar van jouw nieuwe opleiding. 

Lees verder

Een toelichting voor studenten en ouders t.a.v. de procedure wettelijk bindend studieadvies vind je hier. KAN WEG?

Stoppen met je opleiding en de gevolgen

Als je wilt stoppen met je opleiding, bespreek dit dan met je studieloopbaanbegeleider. Hij of zij verwijst je naar het Trajectbureau. De medewerkers denken met jou mee over jouw toekomst, eventueel met een andere, passende opleiding.

Lees verder

MBO-verklaring

Het kan zijn dat je je studie bij Albeda niet afmaakt. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Als je uitgeschreven wordt bij Albeda, dan heb je recht op een mbo-verklaring. Dit is een verklaring met daarop de door jouw behaalde resultaten. Dit kan je helpen als je gaat solliciteren of als je weer aan een nieuwe mbo-opleiding gaat beginnen (vrijstellingen). Wil je meer weten over de mbo-verklaring, ga dan even langs bij je slb’er.

Je ontvangt automatisch een mbo-verklaring als je:

  • Albeda verlaat zonder diploma en
  • ten minste één examen(deel)resultaat hebt behaald en/of (een deel van) de bpv met een positief resultaat hebt afgesloten. Hierbij geldt dat voor de examenresultaten geen mbo-certificaat kan worden uitgereikt.