In een WijkLeerbedrijf krijgen studenten net iets meer begeleiding dan bij een reguliere stage. Dat kan het verschil maken tussen wel of niet een stage halen. En voor de zorgorganisatie zijn de studenten goud waard: bewoners waarderen hun persoonlijke aandacht.
In Vlaardingen is dit jaar het vijfde WijkLeerbedrijf van Albeda Zorgcollege geopend. Studenten Dienstverlening zorg & welzijn (niveau 2) lopen hier drie dagen per week stage bij het woonzorgcentrum van Cedrah, zoals Anas Azghay en Luna Voorbach. “Om 7 uur help ik bij het wassen en aankleden van bewoners”, vertelt Luna. “Daarna bij het ontbijt maken, koffie zetten en huishoudelijke taken. En ‘s middags ga ik met bewoners naar buiten, of ga ik koffiedrinken of schoonmaken bij bewoners in de aanleunwoningen.”
“Ik weet niet of ik anders een stageplek had gevonden"
In het WijkLeerbedrijf is meer begeleiding dan bij een gewone stage. “Normaal moet je bij een stageplek alles zelf uitzoeken en regelen”, vertelt Anas. “Dat is lastig als je moeite hebt met contacten leggen of sollicitatiegesprekken doen. Hier word je daarbij geholpen. En tijdens de stage kijkt mijn begeleider altijd met me mee, vraagt of ik het begrijp.” Voor hem is die begeleiding onmisbaar. “Ik weet niet of ik anders wel een stageplek had gevonden. Ik ben van het uitstellen en dan komt afstel.” Naast de stage volgen de studenten twee dagen per week onderwijs bij Albeda Zorgcollege. Die balans is prettig, vindt Luna. “Ik heb altijd interesse gehad voor de zorg; ik vind het leuk om met mensen bezig te zijn. Maar ik leer makkelijker door iets te doen dan door alleen op school te zitten.”
De studenten besteden veel tijd aan activiteiten met de ouderen. “Als ze een bingo willen, dan organiseren we dat”, vertelt Anas. “Ik vind dat supergezellig om te doen. Zo leren we de bewoners nog beter kennen, en het is leuk voor hen, de gezelligheid met z’n allen.” Luna vult aan: “Het is belangrijk dat ouderen onderling contacten hebben, je ziet dat ze daarvan opknappen. Voor hen is de drempel soms hoog om hun woning te verlaten, maar als ze toch gaan, komen ze terug met een lach op hun gezicht.” Die lach op het gezicht is ook wat Anas blij maakt: “Ik kwam net bij een mevrouw thuis, ze stond met trillende handen en zei ‘Je komt als geroepen, ik ben uren bezig met het dekbed vervangen.’ Ik zet een kopje thee voor haar, vervang het dekbed en zeg ‘komt u maar kijken!’ Ze was zo blij, ze kon niet stoppen met dankjewel zeggen. Voor mij is zoiets een kleine moeite, en je ziet dat mensen ervan opknappen, ze worden steeds actiever en blijer. Daar doe je het voor.” “Ik ben heel blij dat ik deze kans heb gekregen”, vertelt Anas. “Stage is zo belangrijk! Ik heb al meerdere opleidingen gevolgd, die voor mij niets waren. Maar hier voelde ik meteen: dit wordt hem! Ik kan het goed vinden met de bewoners, het is gezellig, de stagebegeleiders zijn lieve mensen die me echt willen leren over het vak. Ik kijk ernaar uit om m’n opleiding af te maken en aan het werk te gaan in de zorg!”