Het was altijd de droom van Hope Kibrom om in de zorg te werken, net als haar moeder en haar oma. Maar kan dat wel als je doof bent? Tijdens haar studie bij Albeda Zorgcollege groeide het vertrouwen. Inmiddels volgt ze met succes de opleiding Verzorgende-IG.
Hope is horend geboren. Toen ze 2 jaar oud was, werd er in het ziekenhuis een fout gemaakt tijdens een operatie. “Daarna kreeg ik een gehoorapparaat en ging ik naar een speciale dovenschool”, vertelt ze via haar gebarentolk. “Later kreeg ik een cochleair implantaat, een CI. Officieel ben ik zwaar slechthorend; ik noem het gewoon doof.” Het zorgvak heeft ze van jongs af aan meegekregen. “Mijn oma werkte in de thuiszorg en mijn moeder is verpleegkundige. Ik heb als kind veel gezien hoe zij mensen hebben verzorgd. Toen ik 12 jaar was ging ik vrijwilligerswerk doen bij de dagbesteding op het werk van mijn moeder. Ik vond het heel leuk om met de oude mensen daar om te gaan.”
“Op mijn twaalfde deed ik vrijwilligerswerk bij de dagbesteding”
Ervaring met dove studenten
Toen Hope 16 was, heeft ze wel getwijfeld: “Kan ik als dove persoon verzorgende worden, of verpleegkundige? Mijn moeder zei: natuurlijk kan je dat wel. En zo heb ik me ingeschreven voor de entreeopleiding Assistent dienstverlening & zorg, niveau 1. Bij Albeda Zorgcollege, waar mijn moeder ook haar opleiding gevolgd heeft. Ik heb nog wel even gevraagd of ze ervaring hadden met dove studenten met een tolk. Dat hadden ze.” Inmiddels heeft ze ook Dienstverlening zorg & welzijn niveau 2 afgerond en doet ze fase 2 van de bol-opleiding Verzorgende-IG. Natuurlijk zijn er hindernissen en moet er van alles geregeld worden, maar gelukkig is er ook steun. Tijdens de lessen brengt Hope een gebarentolk mee. “Docenten moeten daar altijd even aan wennen. En ik heb wat meer uitleg nodig omdat ik de Nederlandse taal moeilijk vind. Maar toe nu toe gaat het best goed. Mijn mentor helpt me omgaan met lastige situaties. En ik heb een ambulante begeleider van Auris die me helpt met zaken regelen zoals aanpassing van het examen of docenten bewust maken van mijn taalachterstand.”
“Docenten moeten altijd even wennen aan de gebarentolk”
De grootste uitdaging was het vinden van een stageplek. “Ik vorm een uitzondering; andere studenten gaan allemaal naar een ‘horende’ stageplek. Voor mij is dat lastig qua communicatie. Daarom heb ik gezocht naar een organisatie waar ook dove mensen zijn. Nu loop ik stage bij Philadelphia in Den Haag. De cliënten hier zijn allemaal doof. Sommige collega’s zijn horend maar we communiceren allemaal in gebarentaal. Mijn doofheid is hier dus een voordeel. Ik wil hier na mijn studie ook graag blijven werken, dat is mijn doel. Het voelt als een tweede thuis.” Of ze nog iets wil meegeven aan andere dove mensen die twijfelen? “Niet twijfelen, gewoon doen. Je kan het! En wij helpen je wel. De opleiding, de docenten en ik – iedereen wil graag helpen.”