Daarom werk ik als docent
Na een loopbaan in de zorg werkt Wouter Drenkelford sinds kort als praktijkinstructeur bij Albeda Zorgcollege. De overstap bevalt hem goed. Het lesgeven is fysiek minder zwaar en sluit beter aan bij zijn privéleven. Maar het mooiste is dat hij nu zijn ervaring kan overdragen aan een nieuwe generatie: “Wat voor mij vanzelfsprekend is, is voor studenten nieuw en interessant.”
Puzzelen met de oppas
“Ik heb twintig jaar aan het bed gestaan, eerst als verzorgende, later als verpleegkundige. Dat is twintig jaar fysiek belastend werk met onregelmatige diensten, puzzelen met oppas voor de kinderen, langs elkaar heen werken in het gezin. Dus toen een oud-docent me appte dat er een vacature was voor praktijkinstructeur, was dat aanlokkelijk. En ik werd heel enthousiast over het feit dat ik mijn ervaring mocht overdragen aan een nieuwe generatie. Dat maakt dit een waanzinnig mooi beroep.”
‘Ah, zit dat zo!’
“Ik geef lees aan studenten op niveau 2 tot en met 4. Als helpende, verzorgende of verpleegkundige zijn zij de handen aan het bed. Ik leer ze alle vaardigheden die ze daarbij moeten uitvoeren: hoe smeer ik een boterham voor iemand die halfzijdig verlamd is? Hoe katheteriseer ik, hoe leg ik een infuus aan? Studenten vinden dat wel fijn als break tussen de theoriestof door: even praktisch bezig zijn, oefenen met poppen, prikken… Voor mij zijn het heel vanzelfsprekende handelingen maar voor hen is het nieuw en interessant. Hun reacties als ‘oh ja!’ en ‘ah zit dat zo!’, daar krijg ik ontzettend veel energie van.”
Theorie en praktijk
“Het feit dat ik weet hoe het er in hun praktijk aan toegaat, schept vertrouwen bij de studenten; het creëert een band. Met twintig jaar ervaring weet ik dat de praktijk vaak anders is dan in de theorie. Hoe je daarmee om moet gaan, daar besteed ik veel aandacht aan. Ik hoop dat ze door mijn les begrijpen waarom het belangrijk is om volgens de protocollen te werken: omdat het veilig is, of handig, of prettig voor de patiënt. Vanuit de protocollen demonstreer ik hoe ze het moeten doen. En dan gaan we oefenen hoe ze dat in de praktijk zo goed mogelijk kunnen toepassen.”
Nog altijd met zorg bezig
“Ik werk vier dagen in de week. Daarnaast ben ik begonnen met de instructeursopleiding, die duurt een jaar. Werk en privé zijn nu veel meer gescheiden dan vroeger; ik geef les, ik toets het in de klas en dan is het klaar. In de zorg was ik ook thuis nog vaak met het welzijn van bewoners bezig. Toch was ik bang dat ik het zorgen zou gaan missen toen ik de overstap maakte. Ik stapte uit mijn comfort zone in een compleet andere wereld. Maar doordat ik elke les met studenten praktijkverhalen uitwissel en over zorgvragen nadenk, ben ik nog steeds met de zorg bezig. En daar geniet ik iedere dag van!”