Toetsen zijn in de opleiding onderdeel van het leren.
Gedurende de opleiding laat je zien wat je geleerd hebt ten aanzien van kennis, vaardigheden en beroepshouding. Alle toetsen zijn bedoeld om te kijken of jij voldoende voortgang laat zien in je opleiding. In het toetsprogramma van de opleiding, wordt beschreven uit welke onderdelen de toetsen bestaan en wanneer deze worden afgenomen. Je kunt daarin lezen waar er getoetst wordt (op school of in de bpv), in welke onderwijsperiode, over welke thema’s en over welke toetsvorm het gaat.
Bij de voortgang van je studie gaat het altijd om zowel je studieresultaten als om de ontwikkeling van je beroepshouding. Samen met jouw studieloopbaanbegeleider bespreek je de voortgang van je opleiding. Met hem/haar bespreek je ook jouw beroepshouding. Het gaat dan over aanwezigheid, op tijd komen en je gedragen zoals past bij het werk waar je voor wordt opgeleid. Als je voortgang niet voldoende is, spreken we af hoe en binnen welke termijn we verbetering van jou verwachten. Hiervoor kan je een verbeterplan krijgen waarin de afspraken tussen jou en de opleiding zijn vastgelegd.
In het eerste studiejaar van je opleiding ontvang je een bindend studieadvies. Dit kan een positief advies zijn, wat betekent dat je je opleiding kan voortzetten. Je kunt ook een negatief advies krijgen. Bij een negatief bindend studieadvies wordt de inschrijving beëindigd en moet je stoppen met je opleiding.
Je volgt een éénjarige opleiding: je ontvang je een bindend studieadvies tussen de derde en vierde maand van het eerste studiejaar.