De Inburgeringscursus (oude wet)

1. Nederlands

Het onderdeel Nederlands kan op 2 niveaus gevolgd worden: A2 of B1/ B2. Het niveau is afhankelijk van de intaketoets en de vorderingen die u maakt. Uw mentor bespreekt met u de mogelijkheden.

De volgende vaardigheden komen tijdens de cursus aan bod:

  • Lezen
  • Luisteren
  • Spreken
  • Schrijven

2. Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM)

Bij Kennis van de Nederlandse Maatschappij leert u over de gebruiken in Nederland, zoals:                   

  • Werk en inkomen
  • Nederlandse waarden, normen en manieren om met elkaar om te gaan
  • Wonen
  • Gezondheid en gezondheidszorg
  • Geschiedenis en geografie
  • Nederlandse instanties
  • Politiek en bestuur van Nederland
  • Onderwijs en opvoeding

3. Oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt (ONA)

Het examen Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt  gaat over werken, leren en werk zoeken. Zo kijken we naar uw opleidingsniveau en/of werkervaring in het land waar u vandaan komt. We kijken samen naar wat uw kwaliteiten zijn en wat uw wensen zijn op het gebied van werken in Nederland. We adviseren u om zo snel mogelijk bij de start van uw inburgering uw diploma te laten waarderen naar een Nederlands opleidingsniveau.

 

Toetsing en het inburgeringsexamen

U krijgt regelmatig toetsen:

  • bij de start van uw opleiding om uw beginniveau Nederlands te meten;
  • tussentijdse toetsen
  • eindtoetsen oftewel het inburgeringsexamen.

 

U moet zichzelf aanmelden voor de inburgeringsexamens. Dit doet u door in te loggen op Mijn Inburgering, vervolgens kiest u de datum en de plaats van het examen. Voor het inloggen heeft u een DigiD met sms-controle nodig.

Voor meer informatie, zie: https://www.inburgeren.nl/examen-doen/aanmelden.jsp

 

Voor de examens moet u  een geldig identiteitsbewijs meenemen.

 

TI Routes

Je bespreekt met de loopbaancoach welke module het meest geschikt is.

Meer informatie

Inhoud inburgeringscursus oude wet

1. Nederlands

Het onderdeel Nederlands kan op 2 niveaus gevolgd worden: A2 of B1/ B2. Het niveau is afhankelijk van de intaketoets en de vorderingen die u maakt. Uw mentor bespreekt met u de mogelijkheden.

De volgende vaardigheden komen tijdens de cursus aan bod:

  • Lezen
  • Luisteren
  • Spreken
  • Schrijven

2. Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM)

Bij Kennis van de Nederlandse Maatschappij leert u over de gebruiken in Nederland, zoals:                   

  • Werk en inkomen
  • Nederlandse waarden, normen en manieren om met elkaar om te gaan
  • Wonen
  • Gezondheid en gezondheidszorg
  • Geschiedenis en geografie
  • Nederlandse instanties
  • Politiek en bestuur van Nederland
  • Onderwijs en opvoeding

3. Oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt (ONA)

Het examen Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt  gaat over werken, leren en werk zoeken. Zo kijken we naar uw opleidingsniveau en/of werkervaring in het land waar u vandaan komt. We kijken samen naar wat uw kwaliteiten zijn en wat uw wensen zijn op het gebied van werken in Nederland. We adviseren u om zo snel mogelijk bij de start van uw inburgering uw diploma te laten waarderen naar een Nederlands opleidingsniveau.

 

Toetsing en het inburgeringsexamen

U krijgt regelmatig toetsen:

  • bij de start van uw opleiding om uw beginniveau Nederlands te meten;
  • tussentijdse toetsen
  • eindtoetsen oftewel het inburgeringsexamen.

 

U moet zichzelf aanmelden voor de inburgeringsexamens. Dit doet u door in te loggen op Mijn Inburgering, vervolgens kiest u de datum en de plaats van het examen. Voor het inloggen heeft u een DigiD met sms-controle nodig.

Voor meer informatie, zie: https://www.inburgeren.nl/examen-doen/aanmelden.jsp

 

Voor de examens moet u  een geldig identiteitsbewijs meenemen.

Staatexamen NT2 programma 1 (B1) of programma (B2)

U moet zichzelf aanmelden voor de inburgeringsexamens. Dit doet u door in te loggen op

Https://duo.nl/particulier/staatsexamenkandidaat/. Voor het inloggen heeft u een DigiD met sms-controle nodig. Vervolgens kiest u de datum en de plaats van het examen. Voor het inloggen heeft u een DigiD met sms-controle nodig.

 

Lezen
Bij het examen Lezen krijgt u een boekje met teksten. De vragen en antwoordmogelijkheden staan op de computer. Bij de teksten moet u maximaal 44 vragen beantwoorden. Het zijn altijd meerkeuzevragen. De duur van het examen is 110 minuten.

 

Luisteren
Het examen Luisteren bestaat uit ongeveer 40 opdrachten. Er zijn opdrachten bij luisterfragmenten en opdrachten bij filmfragmenten.

U luistert via een koptelefoon naar korte luisterteksten. Na de luistertekst geeft u antwoord op een vraag. De vragen en antwoordmogelijkheden staan op de computer. Het zijn altijd meerkeuzevragen. De duur van het examen is 80 minuten.

 

Spreken
Bij het examen Spreken hebt u een koptelefoon op en praat u in een microfoon tegen de computer. U praat niet tegen een persoon. U luistert naar de tekst via de koptelefoon en leest de opdrachten en antwoorden op het computerscherm. De duur van het examen is 30 minuten. Het examen bestaat uit een aantal spreekopdrachten die variëren in tijdsduur. Bij programma 1 van kort tot middellang en bij programma 2 van kort tot lang.

 

Schrijven
Het examen Schrijven bestaat uit twee delen: ieder deel duurt 60 minuten.
Programma 1 omvat een aantal zinsopdrachten, vult u 3 korte teksten aan en schrijft u 3 korte teksten.
Bij programma 2 maakt u een aantal zinsopdrachten, schrijft u 2 korte teksten en 2 middellange teksten

 

Inburgeringsexamen KNM

Het examen Kennis van de Nederlandse Maatschappij doet u op de computer. U bekijkt filmpjes. Bijvoorbeeld over boodschappen doen of naar de dokter gaan. Na elk filmpje moet u vragen beantwoorden. Het examen duurt 45 minuten.

Inburgeringsexamens Nederlands A2

Lezen
Het examen Lezen doet u op de computer. U moet teksten lezen. U moet ook vragen beantwoorden. Het examen duurt 65 minuten.

Luisteren
Het examen Luisteren doet u op de computer. U krijgt vragen over filmpjes en u luistert naar teksten. Het examen duurt 45 minuten.

Spreken
Het examen Spreken doet u op de computer. U moet Nederlands spreken en verstaan. U bekijkt filmpjes en u beantwoordt vragen. Het examen duurt 35 minuten.

Schrijven
Het examen Schrijven maakt u met pen en papier. U schrijft bijvoorbeeld een korte brief. Of u vult een formulier in. Ook is er een opdracht waarbij u iets over uzelf moet vertellen, zoals over uw huis. Het examen duurt 35 minuten.

Inburgeringsexamen ONA

Het examen Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt gaat over werken en werk zoeken.

    U werkt 64 uur aan ONA. 2 lesuren en 22 uur aan activiteiten gericht op werk en opleiding. Het examen bestaat uit:

 

1.Het Portfolio
U maakt een portfolio met 8 Resultaatkaarten. Deze kaarten vindt u op de website van DUO. U mag hulp vragen, maar u moet de Resultaatkaarten wel zelf invullen. Soms moet u een ‘bewijs’ laten zien. Bijvoorbeeld een kopie van uw diploma of een vacature. De bewijzen doet u ook in het portfolio. De 8 Resultaatkaarten en de bewijzen zijn samen het portfolio.

Op een Resultaatkaart staan vragen over het werk of beroep dat u wilt doen. Elke Resultaatkaart gaat over een ander onderwerp. Elk onderwerp is belangrijk bij het zoeken naar werk in Nederland.

De onderwerpen van de 8 Resultaatkaarten zijn:

1 Beroepenoriëntatie
2 Realistisch beroepsbeeld
3 Je eigenschappen kennen

4 Beroepskansen
5 Beroepscompetenties

6 Netwerk opbouwen
7 Werk vinden
8 Werkcultuur

2.Buitenschoolse activiteiten gericht op werk en opleiding

Bij dit onderdeel besteedt u 22 uur aan activiteiten die u informatie geven over werken en leren in Nederland. U houdt bijvoorbeeld een interview, u loopt een dagje mee bij een bedrijf of u vindt een plek waar u een snuffelstage kunt volgen.

Voor meer informatie, zie Inburgeringsexamen doen: Examen ONA – DUO Inburgeren