De opleiding

De MBO Theaterschool is gehuisvest in het monumentale pand aan de Pieter de Hoochweg 222. De lessen van de 4 opleidingen worden daar uitgevoerd in professionele studio’s en theorielokalen.

Projecten en voorstellingen worden gemaakt in samenwerking met professionele theaters, theaterbedrijven en culturele instellingen in Rotterdam en omgeving. Zo werken we samen met Theater Rotterdam, Maas Theater en Dans, het Zuidpleintheater, Worm, Mooi weer enzo, Nationale Opera en Ballet in Amsterdam, Jakop Ahlbom Company, Dox en ontwikkelen we nieuwe samenwerking waar die voor onze studenten relevant blijken.

Sinds schooljaar 2022-2023 zijn we op een nieuwe locatie aan het werk aan projecten en voorstellingen. Deze locatie bevindt zich op loopafstand van het hoofdgebouw, aan de Westzeedijk. Door het werken op deze diverse locaties word je vanaf de eerste dag geconfronteerd met de praktijk van het theater/ cultureel bedrijf. Je maakt iedere dag de snelheid, de werkdruk, de vele dingen tegelijk, de veranderingen op korte termijn, de afwijkende arbeidstijden, de prestatiedrang, de tegenslagen en de successen in het werkveld mee.

Producties intern
De MBO Theaterschool Rotterdam heeft zijn eigen Rotterdams theatergezelschap genaamd: TG Vers Vlees. Na twee tot drie jaar intensief geschoold te zijn binnen de vier opleidingen gaan de studenten aan de slag binnen het gezelschap waarin ze zichzelf en hun werk gaan tonen aan het publiek. Jonge acteurs, kostuumontwerpers, decorontwerpers, producenten, theatertechnici, geluid en lichtontwerpers zullen per seizoen in 3 verschillende theatervoorstellingen en diverse soloperformances een verbintenis aangaan met actuele en maatschappelijke onderwerpen. Eigentijdse, klassieke of specifiek voor dit gezelschap geschreven theaterteksten dienen als basis om tot tekst, fysiek of muziektheater te komen.

Het theatergezelschap maakt theatervoorstellingen die aansluiten op de belevingswereld van jongeren. Theater kan een grote rol spelen in het bespreekbaar maken van grote maatschappelijke thema’s als emancipatie, acceptatie, en de rol die je speelt in deze maatschappij. De voorstellingen zullen zich richten op verschillende doelgroepen en kunnen mede door de maatschappelijke thema’s van grote waarde zijn binnen het onderwijs.

Meer informatie

Basisdeel: kerntaken en werkprocessen

De opleiding is beschreven in het kwalificatiedossier van Medewerker evenementenorganisatie. Het basisdeel bestaat uit 2 onderdelen: de beroeps specifieke- en de generieke onderdelen. 

Onderdeel 1: Beroeps specifieke onderdelen

Beroeps specifieke onderdelen bestaan uit kerntaken en werkprocessen.

Kerntaken: Kerntaken zijn taken die je zelfstandig moet kunnen uitvoeren en die in het beroep steeds weer terugkomen. Elke kerntaak bestaat uit meerdere werkprocessen. Het basisdeel bestaat uit de volgende kerntaken:

B1-K1 Stelt evenementplannen op en/of ondersteunt daarbij
B1-K2 Organiseert evenement en evenementpromotie
B1-K3 Ondersteunt bij de uitvoering van het evenement
B1-K4 Rondt het evenement af

Werkprocessen: Werkprocessen zijn activiteiten die horen bij een kerntaak. In de opleiding leer je deze activiteiten uit te voeren.

Onderdeel 2: Generieke (algemene) onderdelen

De algemene vakken die je volgt zijn:

  • Nederlands
  • Rekenen
  • Engels
  • Loopbaan en Burgerschap

In de lessen van deze onderdelen word je goed geïnformeerd over wat er van jou verwacht wordt.

 

Opbouw van de opleiding

De opleidingen van de MBO Theaterschool zijn opleidingen volgens de beroeps opleidende leerweg (BOL). Een opleiding volgens deze leerweg betekent dat je dagelijks naar school gaat. Je doet praktijkervaring op door stages bij erkende leerbedrijven. Deze stages worden Beroepspraktijkvorming genoemd (BPV). Tenminste 20% van je opleiding bestaat uit Beroepspraktijkvorming. Een deel daarvan speelt zich af bij Het Productiehuis en een deel bij stagebedrijven buiten de school.

Leerjaar 1 | ontwikkel je basis
Het eerste jaar ga je veel informatie over organiseren en produceren in je opnemen, je krijgt lessen als organisatie & projectmanagement, basistechniek, conceptontwikkeling en je gaat al aan de slag als assistent bij ons eigen theatergezelschap Vers Vlees.

In leerjaar 1 maak je onder andere kennis met Maas Theater & Dans, Theater Zuidplein, Theater Rotterdam en Werkplaats Walhalla.

In het eerste jaar maak je kennis met het vak en leer je welke vaktermen er in het theater gebruikt worden. Dit jaar gaat over de juiste informatie verzamelen, planningen maken, veilig werken, communiceren, samenwerken, publiek begeleiden en gasten ontvangen. Naast de basislessen krijg je gastlessen van mensen uit het werkveld en ga je op bezoek bij instellingen en organisaties in  het (culturele) werkveld. Je werkt aan projecten die binnen de opleiding plaatsvinden. Zo maak je vlieguren en ga je aan de slag om theorie uit de lessen meteen toe te passen.

Leerjaar 2 | verdiepen en specialiseren
Vanaf het tweede jaar ga je al de opgedane kennis uit het eerste jaar steeds meer inzetten in de projecten waar je aan gaat werken. Je gaat dieper in op het maken van de vertaalslag van het artistieke idee naar een concreet plan, het bij elkaar krijgen en houden van een team en het aansturen hiervan. Daarnaast is er aandacht voor veilig werken op de vloer en je leert zakelijk aanbod samenstellen op basis van de onderzoeken die je voor opdrachtgevers uit het werkveld gaat doen.

Naast de lessen en projecten ga je in jaar 2 ook voor een langere tijd op stage en worden er weer gastlessen gegeven door mensen uit het werkveld.

Leerjaar 3 | nog meer praktijk
Leerjaar 3 staat in het teken van de praktijk. In dit jaar runnen jullie als klas volledig het gezelschap Vers Vlees. Dit betekent dat jullie contact hebben met de regisseurs en theatermakers, verantwoordelijk zijn voor het maken van de planningen, het reserveren van de juiste ruimtes, materialen en mensen, nadenken over concepten rondom de voorstellingen, zoals het betrekken van de wijk rondom de school bij een bepaalde voorstelling. Ook denk je na over de manier waarop je publiek bereikt en hoe je daarna deze gasten ontvangt.

In jaar 3 ga je voor een langere periode op stage en zwaai je af met een groot opgebouwd cultureel netwerk, veel praktijkervaring en wellicht al een baan in de culturele sector of een hbo-vervolgopleiding.

Algemene vakken
Naast de vakspecifieke lessen is er gedurende de hele opleiding veel aandacht voor de algemene vakken Nederlands, Engels en rekenvaardigheid. Met vakken als  persoonlijke loopbaanbegeleiding en theateroriëntatie ontwikkel je jezelf als persoon en ontdek je steeds meer jouw plek in de maatschappij.

Keuzedelen

Als je na je opleiding aan het werk gaat, kun je je met de keuzedelen onderscheiden van je medestudenten. De keuzedelen komen ook op je diploma te staan. Als je na je opleiding een volgende mbo-opleiding wil gaan doen of start met een hbo-opleiding is het slim om tijdens je opleiding te kiezen voor keuzedelen die je daarop voorbereiden.

In jaar 1 krijg je tijdens je studieloopbaan les (slb) uitleg over het keuzedeeltraject waar jij uit kunt kiezen. Met je studieloopbaanbegeleider bespreek je welk keuzedeel traject voor jou het meest passend is bij je toekomst wens en interesses in en buiten je opleiding. Uiterlijk in het jaar waar je een keuze hebt (leerjaar 2, einde week 2 van periode 1) maak je je definitieve keuze bekend via een mail naar je slb-docent en het mbo-kantoor van de MBO Theaterschool. Een voldoende of goed voor een keuzedeel kan een vrijstelling geven bij een vervolgopleiding.

Voor de keuzedelen geldt de volgende diploma-eis:

  • Het gemiddelde van de resultaten van de geëxamineerde keuzedelen binnen de keuzedeelverplichting moet tenminste een 6 zijn.
  • Voor minimaal de helft van deze keuzedelen moet het resultaat tenminste een 6 zijn. (als je er 3 hebt dus 2 van de 3)
  • Een keuzedeelresultaat mag nooit lager zijn dan een 4.
  • Voor de berekening van het gemiddelde van de examenresultaten wordt gerekend met het niet-afgeronde cijfer op 1 decimaal.

Als je een ander keuzedeel wil volgen dan bij je opleiding wordt aangeboden, kan je een verzoek indienen om een zgn. niet-gekoppeld keuzedeel te mogen volgen, bijvoorbeeld bij een andere opleiding. Dit doe je door een schriftelijk verzoek in te dienen bij de onderwijsleider Debbie van Dishoeck ([email protected]). Zij bespreekt je verzoek met het examenbureau. Zij kijken naar de inhoud en de haalbaarheid van je verzoek. Je moet er wel rekening mee houden dat het examenbureau moet onderzoeken of het door jouw gewenste keuzedeel past binnen jouw opleiding en of dit rooster technisch haalbaar is. Immers een keuzedeel loopt door in meerdere onderwijsperiodes.

Leerjaar 1: keuzedeel verdieping blijvend fit, veilig en gezond werken
Met dit keuzedeel leer je fit, veilig en gezond te werken, zodat je jouw duurzame inzetbaarheid kan vergroten. Met de beroepsgerichte kennis en vaardigheden die aan bod komen leer je om, vanuit een proactieve houding, enerzijds fysieke en anderzijds psychosociale arbeidsrisico’s die zich voordoen op het werk blijvend bewust te herkennen, erkennen en beheersen. De invulling van dit keuzedeel staat in het examenboek wat je krijgt in jaar 1.

Leerjaar 2: keuzedeel Maken van een museumproduct
Met dit keuzedeel leer je vanuit je eigen vakgebied een significante bijdrage te leveren aan een positieve museumbeleving voor de bezoeker. In dit keuzedeel verdiep je je in de context van het museum. Je maakt en realiseert een creatief ontwerp in de vorm van bijvoorbeeld een (onderdeel van een) tentoonstellingsplan, educatief product, voorstelling, act of digitaal museumproduct.

Leerjaar 3:
keuzedeel Artistiek inzicht

Personen die werkzaam zijn op het terrein van technische realisatie of op organisatorisch terrein ten behoeve van artistieke uitingen hebben ook inzicht nodig in het artistieke proces van een artiest/creatieve beroepsbeoefenaar, De beste manier om dit inzicht te verwerven is om het zelf te ervaren. Je realiseert daarom in dit keuzedeel zelf een artistieke uiting.

óf keuzedeel Engels B1/B2

Nederlands, rekenen, Engels

Om de vakken Nederlands, Engels en rekenen te kunnen behalen moet je voldoen aan de generieke eisen. Dit zijn landelijke algemene eisen waar alle studenten in het mbo aan moeten voldoen. Of je voldoet aan de generieke eisen wordt geëxamineerd met centrale examens en instellingsexamens. In het examenplan kun je zien welke examens tijdens de opleiding worden afgenomen.

Centraal examen MBO (CEM) Nederlands en Engels
Op de MBO Theaterschool krijgen alle studenten les in de talen Nederlands en Engels. Je wordt getraind in de volgende taalvaardigheden: Spreken, Gesprekken voeren, Schrijven, Luisteren en Lezen. De vaardigheden luisteren en lezen worden geëxamineerd met een Centraal Examen MBO (CEM). 

Instellingsexamens (IE) generiek en beroepsgericht
Daarnaast worden voor de talen de vaardigheden Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven middels instellingsexamens geëxamineerd gedurende het verloop van de opleiding. De beroepsgerichte vaardigheden Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven worden door De MBO Theaterschool afgetoetst binnen de praktijkexamens in jaar 4 (proeve van bekwaamheid)

Rekenen
Ook aan het vak rekenen wordt veel aandacht besteed d.m.v. wekelijks lessen en d.m.v. bijlessen. Het cijfer voor rekenen telt mee voor het behalen van je diploma.

Examinering Engels mbo 4 op een hoger niveau
Je hebt de mogelijkheid om het examen Engels op een hoger niveau af te leggen. Je moet hiertoe een verzoek indienen bij de examencommissie. De school bepaalt of de mogelijkheid om op een hoger niveau examen te doen, wordt aangeboden. Een student kan niet verplicht worden om een generiek examen op een hoger niveau te doen. Je dient het verzoek in via het examenbureau via [email protected].

Voor de inhoud en planning van de lessen, toetsen en examens Nederlands en Engels: zie de studiewijzers en het examenplan van je opleiding.

Loopbaan en burgerschap

Onderwijs op het mbo betekent meer dan studenten voorbereiden op de arbeidsmarkt. Alle mbo-studenten, zowel jongeren als volwassenen, worden opgeleid voor een beroep én voorbereid op hun rol als burgers die volwaardig deelnemen aan de maatschappij. Daarom gelden voor iedereen die een mbo-diploma wil halen de loopbaan- en burgerschapseisen.

Het onderwijsprogramma voor loopbaan en burgerschap is erop gericht om je inzicht te geven in jezelf en in de maatschappij. Je wordt bewust gemaakt van je studiekeuze en je wordt begeleid en getraind als regisseur van je eigen leven op een beroepsopleiding. Het onderwijsprogramma bestaat uit loopbaanbegeleiding (slb) klassikaal en individueel en het vak Theateroriëntatie in jaar 2. Daarnaast volg je diverse workshops en debatten en bezoek je een flink aantal musea en voorstellingen. In week 10 van periode 1, 2 en 3 besteden we op diverse manieren veel aandacht aan burgerschap. Dit hoort allemaal bij loopbaan en burgerschap.

In het onderwijsprogramma voor loopbaan en burgerschap, leer je verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen werk. Je leert zelfstandig werken, een eigen planning maken, en er ligt een sterke focus op het evalueren van het eigen leren en werken. Leidend hierin is dat de slb-docenten een voorbeeldrol hebben die motiveert, de zelfredzaamheid verhoogt en bouwt aan onderling vertrouwen.

Voor loopbaan en burgerschap bezoek je een flink aantal voorstellingen/exposities, debatten en workshops. Voor deze zaken houd je binnen Teams een portfolio bij. Ook de meeloopstages horen hierbij. Wanneer je aan minimaal 80% van deze activiteiten hebt deelgenomen heb je het aantal punten behaald dat hoort bij loopbaan en burgerschap. Met dit systeem is het uitgangspunt dat je zelf verantwoordelijk bent voor aanwezigheidsregistratie.

Een ander belangrijk aspect van de lessen is de loopbaanbegeleiding. Vanuit de persoonlijke drive, motivatie en toekomstdromen werk je toe naar concrete invulling van stages, open dagen van vervolgopleidingen en intakes voor hbo-opleidingen.

Bekijk hier hoe loopbaan en burgerschap in de opleiding aan bod komt.

Onderwijstijd

Albeda heeft de wettelijke plicht om voldoende lesuren aan te bieden. De lesuren en de uren in de praktijk staan in een overzicht. Dit overzicht heet een Topmodel. TOP staat voor: Transparante Onderwijsprogrammering. In het Topmodel kan je zien hoeveel tijd je studie je ongeveer zal kosten.

Er zijn verschillende soorten uren:

  • Begeleide onderwijstijd (BOT): dit zijn uren dat je onder directe begeleiding/verantwoordelijkheid van de school bezig bent. Denk aan praktijk- en theorielessen, maar ook projecten die je onder begeleiding van een docent buiten de school uitvoert of lessen waarbij je op afstand door een docent wordt begeleid.

  • Beroepspraktijkvorming (BPV): Dit zijn de uren waarin je bij een bedrijf of instelling aan het werk bent. BPV vindt altijd plaats met een ondertekende BPV-overeenkomst met een erkend leerbedrijf.

  • Onbegeleide uren: dit zijn uren waarin je zelf thuis of op school werkt aan de opleiding. Denk aan huiswerk, examens waarvoor je leert, werkstukken die je maakt, etc.

  • Studiebelastingsuren: Bij elkaar opgeteld geldt voor ieder studiejaar dat je 1600 uur met je studie bezig bent. Dit noemen we studiebelastingsuren.

    In het overzicht wordt uitgegaan van klokuren (dus 1 uur = 60 minuten).