Hieronder lees je waar je kunt gaan werken na je opleiding, welke vaardigheden je nodig hebt voor het beroep en wat de kans is op een baan in dit werkveld.
Een dansinstructeur is onder andere werkzaam in dansscholen (groepslessen, verschillende dansstijlen, Algemene Dans Vormingslessen), sportscholen (groepslessen in verschillende Trends), binnen educatieve projecten voor het onderwijs (VO, PO en Brede School), gemeentelijke projecten en diensten, kunstzinnige en culturele centra, BSO’s, binnen animatieteams van recreatieve organisaties en bij commerciële evenementorganisaties.
Het organiseren van danskampen, dansweekenden behoort ook tot het werkveld van de dansinstructeur. In veel gevallen zal een dansinstructeur (deels) als zelfstandige aan de slag gaan, waardoor hij/zij eigen mogelijkheden creëert binnen het werkveld (workshops, bedrijfsuitjes, kinderfeestjes etc).
Een dansinstructeur heeft de didactische en pedagogische kennis en vaardigheden om les te geven aan verschillende groepen die vanuit verschillende motieven en onder verschillende omstandigheden willen deelnemen aan dansactiviteiten. De dansinstructeur gaat methodisch te werk om deelnemers beter te leren dansen en/of op recreatieve wijze te laten bewegen door middel van dans.
Een dansinstructeur heeft kennis van het menselijk lichaam, kan dans inzetten als middel voor een gezonde leefstijl en heeft weet van blessurepreventie. Hij/zij kan EHBO toepassen indien noodzakelijk. Hij/zij kan organisatorische werkzaamheden verrichten binnen dansorganisaties (ontvangen deelnemers, frontoffice werkzaamheden, zorgdragen voor materiaal en accommodatie, administratieve handelingen verrichten enzovoorts).
De kans op werk is redelijk tot goed. Dit is afhankelijk van de branche en de bedrijven waar je wilt werken.