Inrichting opleiding

De lessen aan de opleiding Travel zullen worden aangeboden door middel van onderwijs op locatie en online onderwijs. Dit betekent dat je dagdelen naar school komt, maar ook dagdelen thuis bent om onderwijs te volgen. Naast de reguliere lessen zoals hospitality, touroperating, topografie en sales maak je wekelijks ook opdrachten voor de generieke vakken Nederlands, Engels, Rekenen en Burgerschap.

Meer informatie

Beroepsspecifieke vaardigheden

Voor het onderwijs van het basis-, profiel- en keuzedeel is het uitgangspunt om te werken met methodes ontwikkeld door de afdeling travel & hospitailty. Bij het ontwikkelen van deze methodes staan de werkprocessen centraal. Bij de opbouw van de methodes wordt gebruik gemaakt van de piramide van Miller en de golden circle van Simon Sinek. Dat houdt in dat alle doelen, toetsvormen en lesactiviteiten zijn bepaald op basis van de werkprocessen.

Bij alle methodes zal eerst de basis op orde worden gebracht (knows, knows how) om vervolgens in de schoolomgeving praktijkgericht onderwijs aan te bieden op shows how niveau. De student toont aan competent te zijn op does-niveau tijdens de BPV.

Alle werkprocessen die we aanleren, worden ook getoetst. Iedere week zal er een dag zijn die bestemd is voor de projecten aan de opleiding. Hiervoor zullen onder andere bedrijfsbezoeken worden afgelegd. Ook zal onderwijs worden aangeboden op leerwerkplaatsen.

Leerwerkplaatsen Travel

Vanaf de start van de opleiding krijgen studenten onderwijs ook aangeboden op leerwerkplaatsen. Leerwerkplaatsen zijn authentieke werkomgevingen waar studenten met elkaar voor het beroep relevante werkprocessen oefenen op basis van opdrachten uit het bedrijfsleven. Voorbeelden hiervan zijn het begeleiden van walking-tours en het informeren van toeristen. De studenten krijgen op de leerwerkplaatsen hiervoor ondersteunde lessen van docenten van de opleiding. Leerwerkplaatsen voor de opleiding Travel zijn de Wilhelminapier en het Wings Hotel.

Loopbaan & burgerschap

Een beter samenspel tussen gezin en school is van groot belang, onderwijsgevende personeel en ouders hebben de gedeelde opgaven om jongeren op te leiden. Een samenwerking tussen de school en het gezin is ook in het belang van de veiligheid op school en voor een betere samenwerking. Burgerschapsvorming betreft de bereidheid en vaardigheid om actief te participeren in de samenleving. In deze burgerschapsvorming is er aandacht voor het referentiekader van jongeren. Burgerschapsvorming richt zich op het actief meedoen aan de samenleving en een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving. Bij burgerschapsvorming richten we ons als team op de houding en de vaardigheden van de studenten.  Er zijn drie domeinen die de kern van burgerschapsvorming zijn.

•            Democratie. Door democratie kunnen verschillende partijen op een vredige manier tot oplossingen komen.
•            Participatie. Door een bijdrage te leveren aan de eigen leefomgeving en de verantwoordelijkheid ervoor te nemen.
•            Identiteit. Door te handelen vanuit de eigen waarden en normen.

De coach en de docent Loopbaan & Burgerschap zijn samen verantwoordelijk voor het aanbod, het onderwijs en de begeleiding bij Loopbaan & Burgerschap, waarbij de coach verantwoordelijk is voor het onderdeel SLB/de persoonlijke begeleiding. De LOB docent is verantwoordelijk voor Leren en loopbaan & de burgerschap dimensies. Het onderwijsmateriaal, toelichting van het kwalificatiedossier en wijze van examinering wordt in het verantwoordingsdocument in detail beschreven. De relevante stukken zijn in bijlage 8 opgenomen. Daarnaast bieden we workshops om gepersonaliseerd leren te ondersteunen. Het jaaroverzicht van deze workshops is te vinden op het Portaal (zie bijlage 9 voor overzicht).

Om het mbo‐diploma te halen moet de student zich in voldoende mate inspannen voor en deelnemen aan ‘Loopbaan en Burgerschap’. De student dient actief deel te nemen aan aangeboden lessen en activiteiten. Om vast te kunnen stellen of de student zich voldoende heeft ingespannen, worden de volgende eisen middels competentie opdrachten aan de student gesteld:

-             Loopbaan : Actieve en ‘professionele’ studie- en beroepshouding bij alle geroosterde lessen cq. activiteiten (inclusief aanwezigheid) per  onderwijsperiode;
-             Burgerschap : De student heeft ten minste het aantal producten opgeleverd, dat samen voldoet aan de gestelde eisen met betrekking tot voor het behalen van het diploma nodig is (zie schema hieronder).

Stap 1: Informatie student verzamelen
De student meldt zich aan voor de opleiding. De student maakt de AMN-test en krijgt een gesprek met de leden van de intakecommissie. Op het moment dat de student wordt aangenomen kijken wij naar de resultaten van de AMN-test op het onderwerp “Begeleiding”. Daarbij zal de student (& ouders van minderjarige student) een persoonlijkheidstest invullen. Hierdoor krijgen wij een beter beeld van de student en kunnen wij de student indelen in de juiste klas. 

Stap 2: Twee LOB-ers op 1 klas
De klassen zullen bestaan uit ongeveer 25-28 studenten. Op één klas komen vanaf het begin van het jaar 2 LOB-ers. Elke LOB-er begeleidt een groepje studenten van ongeveer 12-15 studenten. De student zal in de klas worden ingedeeld a.d.h.v. de uitkomst van de AMN & Persoonlijkheidstest. Het is de bedoeling dat de DUO-LOB-ers elkaar versterken bij het begeleiden van een klas. Je bent samen verantwoordelijk voor de sfeer in de klas en informatie naar de studenten toe. Daarnaast ga jij jouw LOB-studenten begeleiden, waar de studenten begeleiding nodig hebben. Bijv. Het kan zijn dat een bepaalde LOB-er 12 LOB-studenten gaat begeleiden met serieuze problemen met de Nederlandse taal/  die faalangst ervaren/ die veel sturing nodig hebben/ die veel extra uitleg nodig hebben/ veel verzuimproblemen hebben, enz. We willen de kracht van de LOB-er koppelen aan de behoeftes van de student. 

Stap 5: LOB Klassikaal 
Vanaf het begin van het schooljaar zal er 1 uur per week in het rooster komen voor LOB. Dit wordt een klassikaal uur van de studenten. De twee LOB-ers kunnen ervoor kiezen om het LOB-uur samen te geven, maar ze kunnen er ook voor kiezen om elkaar af te wisselen. Je hebt namelijk de mogelijkheid om tijdens dit uur met jouw 12-15 LOB-studenten te werken aan de verbeterpunten/vaardigheden van jouw LOB-groepje. Dit betekent dat elke LOB-les wordt aangepast aan de behoeftes van de student.  
 
*Hebben jouw LOB-studenten weinig zelfvertrouwen en moeite met presenteren?  
Dan heb je tijdens het klassikale uur de gelegenheid om met dit groepje extra te oefenen met presenteren.  
*Hebben jouw LOB-studenten regelmatig een schop onder hun kont nodig, dan kan je dit doen tijdens je klassikale LOB-uur.  
*Hebben jouw LOB-studenten veel verzuimd?  
Dan kan je ze hierop aanspreken tijdens jouw klassikale LOB-uur.  

Iedere LOB-er past zijn LOB-programma aan, zodat de studenten meer tijd hebben om onder begeleiding de vaardigheden en competenties te verbeteren.  

Stap 6: Workshops 
De workshops zullen in het rooster verwerkt worden, waardoor de druk op de dinsdagochtend minder wordt. De workshops worden verspreid over het eerste half jaar en in het tweede halfjaar zullen de workshops gespiegeld aangeboden worden. Zo heeft de student de mogelijkheid om een workshop, die hij/zij heeft gemist uit het eerste halfjaar gedurende het tweede halfjaar te volgen.  
 
De workshops voor het eerste jaar zijn:  

  • Sociale vaardigheden basis (SV-B)  
  • Sociale vaardigheden gevorderd (SV-G)  
  • Plannen en agendagebruik basis (PA-B)  
  • Plannen en agendagebruik gevorderd (PA-G)  
  • Leren leren basis (LL-B)  
  • Leren leren gevorderd (LL-G)  
  • Omgaan met geld basis(OMG-B)  
  • Loopbaan en leren (huiswerkklas) basis (HW-B)  
  • Leren samenwerken basis (LS-B)  
  • Leren samenwerken gevorderd (LS-B)  
  • Rekenen met Geld (rekgeld) 


De workshops voor het tweede jaar zijn:  

  • Plannen en agendagebruik gevorderd  (PA-G)  
  • Omgaan met geld gevorderd (OMG-G)  
  • Reflecteren basis (REF-B)  
  • Reflecteren gevorderd (REF-G)  
  • Netwerken basis (N-B)  
  • Netwerken gevorderd (N-G)  
  • Solliciteren basis (SOL-B)  
  • Solliciteren gevorderd (SOL-G)  
  • Verantwoordelijkheid nemen en positief denken (VPD) 
  • Etiquettetraining (ETI)  

Per 4 weken worden 4 workshops aangeboden. De student kiest er 2, na een halfjaar wordt het programma gespiegeld.  Voor leerjaar twee geldt dat de student kan kiezen uit 2 workshops. 1 workshop van de 3 kan de student dan niet volgen. Leerjaar 2 heeft maar 3 OP’s.  

Algemene taal en rekenvaardigheden

De algemene taal en rekenvaardigheden staan los van de beroepsopleiding. Omdat bovendien is gebleken dat studenten binnen het cluster Hospitality regelmatig doorstromen naar een andere opleiding, is er gekozen voor één opleidingsonafhankelijke taalmethode en één opleidingsonafhankelijke rekenmethode voor alle opleidingen van het cluster Hospitality. Op deze manier wordt zoveel mogelijk voorkomen dat je bij doorstroom extra kosten moet maken voor een andere methode.

Voor Nederlands en Engels wordt gebruik gemaakt van de methode “Taalblokken 3”, voor rekenen van de methode “Nu rekenen”.

Taalblokken 3
Met deze methode is differentiëren eenvoudig. De docent bepaalt de opzet van de les: klassikale instructie, (digitaal) zelfstandig werken en/of samenwerken. Taalblokken 3 heeft bovendien een remediërende leerlijn voor alle niveaus: “Springstof”. Dit programma wordt ingezet als je vastloopt. Je begint de cursus met een zogenaamde nulmeting. Daarin wordt bekeken wat je al weet en wat voor jou de beste manier is om op het juiste niveau te komen. Tegen het einde van het programma wordt je door examentrainingen voorbereid op de examens.

NU rekenen 
Voor rekenen wordt de methode ‘NU rekenen’ gebruikt. Deze resultaatgerichte methode bereidt je voor op het verplichte centrale examen. De methode biedt functioneel rekenen aan in alledaagse situaties. ‘NU rekenen’ heeft een vaste structuur. Elk hoofdstuk begint met een korte, bondige uitleg met voorbeelden, daarna zijn er opdrachten oplopend in moeilijkheidsgraad, er is altijd een examenopdracht en het hoofdstuk eindigt met “test jezelf”. De didactiek van NU rekenen’ is als volgt: leren, oefenen en toetsen. De docent heeft met NU rekenen’ de mogelijkheid de methode flexibel in te zetten. De docent kan klassikaal lesgeven, hij kan je individueel begeleiden en er is een combinatie van beide. Bij NU rekenen’ maak je gebruik van gewone boeken en van een digitale leeromgeving met daarin een online boek en veel extra oefenopdrachten. In het leerlingvolgsysteem kan de docent het huiswerk opgeven en jouw resultaten volgen. Er zijn vele toetsingsmogelijkheden. Er zijn hoofdstuktoetsen, referentietoetsen en examenopdrachten. De examentraining is uiteraard gericht op het niveau dat je voor het examen moet behalen. Als je ook wilt oefenen op andere niveaus, kan dit via www.beterrekenen.nl