Aanvullende eisen
Er kunnen vanuit de opleiding of de BPV-plaats aanvullende eisen aan je gesteld worden voordat je kunt beginnen aan de BPV. Dit betreft het onderstaande:
Het behalen van ten minste 54 studiepunten aan het einde van OP3.
Screening door Bijzondere Wetten
Voor het grootste deel van de BPV-plaatsen is een screening door Bijzondere Wetten vereist. Hieruit volgt een verklaring waaruit blijkt dat je gedrag in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving. Deze maakt de weg vrij voor het uitgeven van een ‘groene pas’, de stagepas voor beveiligers in opleiding. Deze groene pas wordt verstrekt door de korpschef van de politie. Deze geeft echter geen toestemming wanneer je in de afgelopen vier jaar voor aanvraag veroordeeld bent voor een misdrijf waarbij je taakstraf of een boete hebt gekregen. Indien je in de afgelopen 8 jaar veroordeeld bent voor een misdrijf waarbij je gevangenisstraf hebt gekregen (hechtenis) dan wordt er tevens geen toestemming verleend. Het komt ook weleens voor dat de korpschef andere aanleidingen (justitieel verbonden) ziet om geen pas te verstrekken.
Albeda heeft hier geen enkele invloed op.
Verklaring omtrent gedrag
Steeds meer BPV-organisaties vragen van studenten een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Deze verklaring is op te vragen bij de gemeente waar je woont. Het komt voor dat een praktijkorganisatie je niet toelaat zonder een VOG! Aan de aanvraag zijn kosten verbonden. Deze kosten zijn voor jouw rekening en kunnen per gemeente verschillen. Het niet kunnen verkrijgen van een VOG heeft mogelijk gevolgen voor je studievoortgang. Het niet kunnen verkrijgen van een VOG na de start van de opleiding kan bovendien een reden zijn om de onderwijsovereenkomst te ontbinden. Algemene informatie over de VOG vind je op deze site.