Beroepspraktijkvorming

Beroepspraktijkvorming (bpv) is een ander woord voor alle stages die je tijdens jouw opleiding volgt. Je doet praktijkervaring op bij de co-producties van de MBO Theaterschool en het werkveld en bij externe leerbedrijven. De branche kent een groot en divers aantal bedrijven en veel zelfstandigen waarmee wij als school nauw contact onderhouden. Om de kwaliteit van de bpv te garanderen werken wij alleen samen met erkende stageplaatsen.

De bpv is op De MBO Theaterschool op twee manieren vormgegeven.

1. De diverse stages binnen de opleidingen van De MBO Theaterschool   worden in door middel van co-producties met het werkveld vorm gegeven. Binnen Het deze co-producties  worden zelfstandig projecten en producties gemaakt door studenten onder begeleiding van professionele regisseurs/theatermakers, vormgevers en technici.

2. De stages bij externe leerbedrijven. Bij de zoektocht naar een geschikt stage adres word je bijgestaan door je studieloopbaan begeleider en je stage-coördinator

Omdat in de theaterwereld veel producties op projectbasis worden georganiseerd, doen we dat op school ook. Elk project duurt 10 weken. In basis is de verdeling van de stages als volgt ingedeeld:

Leerjaar 1
Je loopt in periode 4 gedurende 3 dagen per week stage binnen een samenwerkingsverband met de theaterdocent opleiding van Artez (university of the Arts). 

Leerjaar 2
In periode 2 of in periode 3 loop je stage bij een erkend leerbedrijf gedurende 10 weken.

Leerjaar 3
Je loopt in periode 1 en 2 of periode 3 en 4 20 weken stage bij een erkend leerbedrijf.

Meer informatie

Voorbereiding op en begeleiding tijdens de bpv

De slb-docent bespreekt vanaf leerjaar 1 regelmatig in de slb (studieloopbaanbegeleiding) het thema stage om je voor te bereiden op de bpv (stages). Aan het einde van het eerste leerjaar volg je een traject met de slb-docent en je stage-coördinator om een geschikte stage voor jou te zoeken voor het tweede leerjaar. Dit traject loopt langzaam over in de eerste periode van je tweede jaar waarbij duidelijk wordt waar je stage gaat volgen.

In het derde leerjaar ga je zelfstandig een stage zoeken waarbij je gecoacht wordt door de stage-coördinator van jouw opleiding. Je hebt tot uiterlijk 5 weken voor aanvang van je stageperiode om dit zelfstandig te regelen en aan de stage-coördinator door te geven. Mocht dit niet lukken dan zoekt de stage coördinator een stageplek voor je uit waar je dan verplicht stage gaat lopen. Zorg dus dat je op tijd gaat zoeken naar een geschikte stageplek zodat je zelf inbreng hebt in waar je gaat stage lopen.

Voorafgaand aan je stageperiode en ter voorbereiding op de stages krijg je een stagehandboek. Daarin staat:

  • Hoe de zoektocht gaat naar een stage en wat je hierin zelf moet doen en wat je van school mag verwachten.
  • De inhoud van je stage: wat moet je leren (de te behalen vaardigheden), hoe word je beoordeeld en wat moet er in je stageverslag komen te staan.
  • Planning stage: sollicitatie procedure, evaluatiegesprek en eindgesprek.
  • Opdrachten die je kunnen helpen bij het maken van je stageverslag.
  • Werkplan: waar begin je en wat wil je bereiken in je stage.
  • Beoordelingsformulier: een voorbeeld van het formulier waarmee je stage wordt beoordeeld.
  • Beschrijving beroep: beschrijving van de kerntaken en bijbehorende werkprocessen die bij je opleiding horen.
  • BPV contracten
    Voor elke BPV wordt een contract afgesloten waarin diverse zaken worden vastgelegd. Van het aantal stage uren tot en met verzekeringen. Ook staat daarin dat een BPV niet zomaar beëindigd kan worden. Wat de regels hier verder in zijn, kan je terugvinden in het stage handboek die je elk studiejaar ontvangt.
  • Je begint het zoeken naar een erkende stageplek twee periodes voor je gaat stage lopen. Deze zoektocht wordt voorbereid met een stage handboek en een stage les (door de stage-coördinator). Daarna volg je een individueel traject waarbij je samen met de stage-coördinator en deels ook met je SLB docent op zoek gaat naar een plek die aansluit bij jouw loopbaanontwikkeling. Hoe dit traject verloopt en wat de eisen zijn kan je lezen in het stagehandboek.

Begeleiding tijdens de BPV

  • Halverwege de bpv (stage) vindt een tussenevaluatie plaats. Je bespreekt samen met de stage-coördinator en de praktijkopleider de leuke én de lastige punten waar je tegen aan loopt in de bpv. Naar aanleiding van het gesprek stel je verbeterpunten op.

Beoordeling van de bpv

De stage telt mee voor je praktijkcijfer bij het overgangsrapport. Je stage moet met een voldoende worden afgerond. Het is immers de praktijk waarin je werkzaam bent geweest en dat zegt veel over of je op het juiste niveau bent. Je moet een voldoende voor de BPV halen om je diploma te kunnen behalen, het is een zogenaamde diploma-eis. De beoordeling van een stage bestaat uit twee onderdelen, namelijk een beoordeling voor de professionele vaardigheden en een beoordeling voor de beroepsvaardigheden. Deze beoordeling wordt gebaseerd op het beoordelingsformulier dat tijdens de eindevaluatie wordt ingevuld. In je stage handboek vind je ook alle informatie met betrekking tot de beoordelingscriteria. In je stage handboek is ook een voorbeeld van het beoordelingsformulier opgenomen. De beoordeling wordt gedaan in samenspraak met je praktijkopleider die je tijdens de stage coacht en begeleidt.

Voor studenten van leerjaar 2 geldt dat het behalen van de stage voorwaardelijk is om naar het examenjaar te gaan. Het gaat het om het gemiddelde van de beoordelingen van de 3 periodes die voldoende moet zijn. 

 

Problemen tijdens de bpv

Het kan zijn dat tijdens jouw bpv problemen ontstaan. Bespreek dit altijd eerst op de bpv met degene die jou begeleidt. Als je er niet uitkomt neem dan snel contact op met jouw begeleider vanuit school. Stop nooit zelf met je bpv zonder dat je dit hebt besproken. Dit kan namelijk gevolgen hebben voor de voortgang van jouw opleiding. Samen met je begeleider wordt er altijd gezocht naar een oplossing.

Het vinden van een erkende bpv-plaats

Bij het RoMa project in periode 4 van leerjaar 2 krijg je een kennismakingsopdracht van de regisseurs van toneelacademie Maastricht. Ook zij stellen zich aan jullie voor en delen hun concept met jullie. Op basis daarvan geven de studenten en de regisseurs aan met wie ze willen werken en waarom. De hoofddocent en studieloopbaancoach maken op basis daarvan een indeling die passend is bij de leervraag en studieloopbaan van de studenten. Voor de stages bij het productiehuis en de voorstellingen van TG Vers Vlees krijgen de studenten aan het einde van leerjaar 2 de verschillende synopsis en werkwijzen van de regisseurs te horen. Op basis daarvan geef je een voorkeur aan met wie je wil werken en waarom. Er is steeds een keuze tussen een voorstelling vanuit een vaste tekst/script en een voorstelling die in samenwerking met de studenten gemaakt wordt en waarbij de studenten makende spelers zijn. De hoofddocent en studieloopbaancoach maken op basis daarvan een indeling die kloppend is bij de leervraag en studieloopbaan van de studenten. Het uitgangspunt daarbij is dat je beide manieren van werken een keer ervaart en dat je 1 voorstelling bij het productiehuis doet in het jaar.