Beroepspraktijkvorming

Tijdens de BPV (stage) ontwikkel je een belangrijk deel van de werkprocessen die onderdeel zijn van de opleiding. De BPV moet je met een positief resultaat afronden om je diploma te kunnen krijgen. De BPV wordt (mede)beoordeeld door de praktijkopleider. Je kunt alleen bij een erkend (goedgekeurd) leerbedrijf de BPV (stage of werk) doen. Op de site van de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) vind je of een leerbedrijf is goedgekeurd. Tijdens de BPV volg je de regels die in dat beroep gelden. Dit kan betekenen dat je 's avonds en/of in het weekend stage moet lopen of werken. 


 

Meer informatie

Het vinden van een BPV-plaats

Begeleiding tijdens de BPV

Tijdens je BPV word je zowel door school als door iemand uit de praktijk begeleid. Je praktijkopleider is degene die ervoor zorgt dat jij kunt leren op je BPV-plek. De praktijkopleider leidt jou op in de praktijk, in het bedrijf. Deze praktijkopleider is de contactpersoon in het bedrijf voor jou, voor de BPV-coördinator en voor de bezoekdocent. De bezoekdocent begeleidt je tijdens de BPV-periode. Vaak is de bezoekdocent ook jouw studieloopbaanbegeleider. 

 

Problemen tijdens de BPV

Het kan zijn dat tijdens jouw BPV problemen ontstaan. Bespreek dit altijd eerst op de BPV met degene die jou begeleidt. Als je er niet uitkomt neem dan snel contact  op met jouw begeleider vanuit school. Stop nooit zelf met je BPV zonder dat je dit hebt besproken. Dit kan namelijk gevolgen hebben voor de voortgang van jouw opleiding. Samen met je begeleider wordt er altijd gezocht naar een oplossing.

Inrichting en beoordeling BPV

De inrichting van de beroepspraktijkvorming van deze opleiding kent de volgende systematiek:

De BPV duurt in totaal 500 uur. In de periode hieronder kun je zien wanneer je stage kunt lopen.  
Eerste leerjaar            : 10 weken van 3 dagen van 8 uur 
Tweede leerjaar         : 40 weken van 4 dagen van 8 uur

Aanwezigheidsregistratie in de BPV
Let op: je houdt zelf je aanwezigheid bij tijdens de bpv. Er wordt gebruikgemaakt van een digitale urenregistratie (logboek) om je aanwezigheidsregistratie te registreren en te valideren. Dit wordt gedaan door de werkbegeleider of praktijkbegeleider. Deze registratie wordt per periode ingevuld en ondertekend.

Beoordeling van de BPV
De BPV moet met een voldoende beoordeeld worden. Zonder voldoende kun je niet verder met de opleiding en kun je geen diploma halen. De beoordeling van de BPV vindt plaats door de praktijkopleider (bedrijf), samen met de bezoek-docent en met jou. De BPV wordt met een voldoende beoordeeld wanneer je:

  • voldoet aan het aantal uren BPV;
  • de kerntaken en de onderliggende werkprocessen op het verwachte niveau uitvoert 
  • een voldoende beroepshouding laat zien
  • de BPV-opdrachten met een voldoende afrondt 
     

Het eindbeoordelingsgesprek wordt tegen het einde van de BPV gehouden.

 

Aanvullende eisen

Er kunnen vanuit de opleiding of de BPV-plaats aanvullende eisen aan je gesteld worden voordat je kunt beginnen aan de BPV.  Dit betreft het onderstaande: 

Het behalen van ten minste 54 studiepunten aan het einde van OP3.

Screening door Bijzondere Wetten
Voor het grootste deel van de BPV-plaatsen is een screening door Bijzondere Wetten vereist. Hieruit volgt een verklaring waaruit blijkt dat je gedrag in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving. Deze maakt de weg vrij voor het uitgeven van een ‘groene pas’, de stagepas voor beveiligers in opleiding. Deze groene pas wordt verstrekt door de korpschef van de politie. Deze geeft echter geen toestemming wanneer je in de afgelopen vier jaar voor aanvraag veroordeeld bent voor een misdrijf waarbij je taakstraf of een boete hebt gekregen. Indien je in de afgelopen 8 jaar veroordeeld bent voor een misdrijf waarbij je gevangenisstraf hebt gekregen (hechtenis) dan wordt er tevens geen toestemming verleend. Het komt ook weleens voor dat de korpschef andere aanleidingen (justitieel verbonden) ziet om geen pas te verstrekken.

Albeda heeft hier geen enkele invloed op.

Verklaring omtrent gedrag
Steeds meer BPV-organisaties vragen van studenten een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Deze verklaring is op te vragen bij de gemeente waar je woont. Het komt voor dat een praktijkorganisatie je niet toelaat zonder een VOG! Aan de aanvraag zijn kosten verbonden. Deze kosten zijn voor jouw rekening en kunnen per gemeente verschillen. Het niet kunnen verkrijgen van een VOG heeft mogelijk gevolgen voor je studievoortgang. Het niet kunnen verkrijgen van een VOG na de start van de opleiding kan bovendien een reden zijn om de onderwijsovereenkomst te ontbinden. Algemene informatie over de VOG vind je op deze site.