Examens Nederlands, Engels en rekenen
Voor het mbo gelden algemene eisen voor Nederlands, Engels en rekenen. Deze generieke vakken gelden voor alle mbo-opleidingen in Nederland.
Nederlands
Het examen Nederlands bestaat uit de volgende onderdelen:
- Centraal examen: dit bestaat uit het examen Lezen en Luisteren
- Instellingsexamens: dit bestaat uit de examens Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren.
Je doet examen op niveau 3F. Kijk voor de weging van de verschillende examens in je examenplan. Voor het behalen van je diploma moet je voor Nederlands en Engels tenminste een 5 en een 6 hebben, in willekeurige volgorde.
Engels
Het examen Engels bestaat uit de volgende onderdelen:
- Centraal examen: dit bestaat uit het examen Lezen en Luisteren (minimaal niveau B1).
- Instellingsexamens: deze bestaan uit de examens Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren (minimaal niveau A2).
Kijk voor de weging van de verschillende examens in je examenplan. Voor het behalen van je diploma moet je voor Nederlands en Engels tenminste een 5 en een 6 hebben, in willekeurige volgorde.
Rekenen
Het examen rekenen bestaat verschillende onderdelen:
- Getallen
- Verhoudingen
- Meten en meetkunde
- Verbanden
Als je examen rekenen doet in het schooljaar 2020-2021, dan doe je examen op niveau 3F. Dit kan een digitaal centraal examen zijn of een instellingsexamen. Het cijfer voor rekenen telt nog niet mee voor het behalen van het diploma. Je cijfer wordt wel vermeld op je resultatenlijst bij je diploma. Voor studenten met ernstige rekenproblemen zijn er aangepaste rekenexamens. Voor meer informatie kun je terecht bij je studieloopbaanbegeleider.
Na 2020-2021 komt er een nieuwe landelijke regeling voor rekenen in het mbo. Zodra daar meer over bekend is, hoor je dat via je opleiding.