In ieder schooljaar voer je tenminste twee voortgangsgesprekken met je studieloopbaanbegeleider. Tijdens deze gesprekken bespreken jullie onder andere je studievoortgang, je resultaten en de ontwikkeling in jouw beroepshouding. Van ieder gesprek wordt een verslag gemaakt die je terug kunt vinden in jouw studentenportaal. De inloggegevens hiervoor krijg je bij de start van jouw opleiding.
Ben je jonger dan 18 jaar? Dan informeren we je ouders/wettelijk vertegenwoordigers over je studievoortgang.
Let op: Wanneer je om een bepaalde reden niet wil dat je opleiding (een van) je ouders of wettelijk vertegenwoordigers informeert, bespreek dit dan met je studieloopbaanbegeleider.
Met formatieve toetsing bedoelen we de theorie en praktijk proefwerken om de voortgang van de opleiding in kaart te brengen. Ook het inleveren van bepaalde opdrachten valt onder formatieve toetsing.
Bekendmaken studieresultaten
Ieder leerjaar ontvangt de student op vijf verschillende momenten een beoordeling. Binnen de opleiding wordt gewerkt met een stoplichtmodel. Gedurende het schooljaar krijgt de student twee stoplichtbeoordelingen, twee voortgangsrapporten en aan het einde van het schooljaar een overgangsrapport. Een stoplichtbeoordeling geeft een tussentijdse beoordeling over de danstechnische studievoortgang. In het voortgangsrapport worden de cijfers per vak weergegeven. Het overgangsrapport is het gemiddelde van de twee voortgangsrapporten inclusief de beoordeling van de eindvoorstellingsperiode. De resultaten op het overgangsrapport bepalen of de student overgaat naar het volgende leerjaar. Onvoldoende resultaten op het voortgangsrapport en/of overgangsrapport kunnen leiden tot een bindend negatief studieadvies. Naast de danstechnische ontwikkeling wordt de student beoordeeld op de theorievakken, de beroepshouding en de aanwezigheid per periode. In het eerste leerjaar krijg je te maken met het bindend studieadvies, die kan positief of negatief zijn. Lees hier meer over in het blok 'bindend studieadvies eerste leerjaar'.
Herkansen van formatieve toetsen
Voor elke toets worden twee toetsmomenten gepland. Het eerste toetsmoment is voor alle studenten. Het tweede toetsmoment is bestemd voor die studenten die geoorloofd afwezig waren bij het eerste toetsmoment. Ook kunnen studenten die het eerste moment voor de toets een onvoldoende hebben gehaald het tweede moment gebruiken als herkansing. Wanneer een toets wordt herkanst, geldt het hoogst behaalde cijfer. Voor elke afgelegde toets heeft de student recht op één herkansing.
Inleveren van toetswerkstukken, -opdrachten, -verslagen en dergelijke moeten op het afgesproken tijdstip worden ingeleverd. Als dit niet gebeurt, dan is je (examen)kans voorbij. Je hebt dan recht op één herkansing. Je bent verplicht om van ieder werkstuk, opdracht of verslag zelf een kopie te bewaren.
Toegang tot het examentraject
Om te mogen starten met het examentraject moet je voor alle dansvakken een voldoende staan.
Lees hier meer over de beoordelingssystematiek.