Voor het mbo gelden algemene eisen voor Nederlands, rekenen en Engels (niveau 4). Deze generieke vakken gelden voor alle mbo-opleidingen in Nederland.
Nederlands niveau 4
Het examen Nederlands bestaat uit de volgende onderdelen:
- Centraal examen: dit bestaat uit het examen Lezen en Luisteren
- Instellingsexamens: deze bestaan uit de examens Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren.
Je doet examen op niveau 3F. Kijk voor de weging van de verschillende examens in het examenplan/plan van afsluiting. Voor het behalen van je diploma moet je voor Engels, Nederlands en rekenen tenminste een afgeronde 5 en twee keer een afgeronde 6 hebben, in willekeurige volgorde.
Engels niveau 4
Het examen Engels bestaat uit de volgende onderdelen:
- Centraal examen: dit bestaat uit het examen Lezen en Luisteren
- Instellingsexamens: deze bestaan uit de examens Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren.
Je doet examen op niveau B1/A2. Kijk voor de weging van de verschillende examens in het examenplan/plan van afsluiting. Voor het behalen van je diploma moet je voor Engels, Nederlands en rekenen tenminste een afgeronde 5 en twee keer een afgeronde 6 hebben, in willekeurige volgorde.
Rekenen niveau 4
Rekenen is een verplicht onderdeel van je opleiding; je moet je examen doen op rekenniveau mbo 4. Dit is een digitaal instellingsexamen. Het cijfer voor rekenen telt mee voor het behalen van je diploma. Je moet voor rekenen minimaal een afgeronde 5 halen, als je voor Nederlands en Engels dan minimaal een afgeronde 6 haalt (of andersom).