Beroepspraktijkvorming

Beroepspraktijkvorming (bpv) is een ander woord voor alle stages die je tijdens jouw opleiding volgt. Naast de praktijkervaring bij projecten met HBO zusteropleidingen (ArtEZ, toneelacademie Maastricht) doe je ook ervaring op bij projecten met externe leerbedrijven (theatergroepen). Voor de acteurs het niet mogelijk om voor iedere student een afzonderlijke stageplek te organiseren, maar wordt dit gebundeld. De branche kent een groot en divers aantal bedrijven en veel zelfstandigen waarmee wij als school nauw contact onderhouden. Om de kwaliteit van de bpv te garanderen werken wij alleen samen met erkende stageplaatsen.

De bpv is op De MBO Theaterschool op twee manieren vormgegeven.

1. De diverse stages binnen de opleidingen van De MBO Theaterschool de naam van Het Productiehuis. Binnen Het Productiehuis worden zelfstandig projecten en producties gemaakt door studenten onder begeleiding van professionele regisseurs/theatermakers, vormgevers en technici.

2. De stages bij externe leerbedrijven. Bij de zoektocht naar een geschikt stageadres word je bijgestaan door je stage-coördinator.

Omdat in de theaterwereld veel producties op projectbasis worden georganiseerd, doen we dat op school ook. Elk project duurt tussen de 7 en 10 weken. In basis is de verdeling van de stages als volgt ingedeeld:

Leerjaar 1
Je loopt in periode 4 gedurende 7 weken 3 dagen per week stage binnen een samenwerkingsverband met de theaterdocent opleiding van Artez (university of the Arts)

Leerjaar 2
Je loopt in periode 4 gedurende 7 weken 3 dagen per week stage binnen een samenwerkingsverband met de regieopleiding van toneelacademie Maastricht

Leerjaar 3
Je loopt in periode 1 of 4 gedurende 10 weken stage binnen het de productiehuis constructie van jeugdtheater Hofplein of extern bij een theatergezelschap/bedrijf of culturele instelling.

Uitzondering op de stages van 10 weken zijn de individuele stages voor studenten van de opleiding acteur die een productie stage lopen van andere professionele producenten en gezelschappen die ons land rijk is. Incidenteel komen deze mogelijkheden langs en worden daar studenten voor benaderd, of dragen studenten zelf zo’n stagemogelijkheid aan. Het goedkeuren van een individuele stage gaat altijd in overleg met de stagecoördinator.

Excellentiejaar
Je loopt één periode van 10 weken stage binnen het de productiehuis constructie extern bij een theatergezelschap/bedrijf of culturele instelling tijdens periode 3.

 

Meer informatie

Voorbereiding op de bpv

De slb-docent bespreekt vanaf leerjaar 1 in de slb (studieloopbaanbegeleiding) het thema stage om je voor te bereiden op de bpv (stages).

Voorafgaand aan je stageperiodes en ter voorbereiding op de stages krijg je een hand-out. Daarin staat:

  • Hoe de zoektocht gaat naar een stage en wat je hierin zelf kan doen en wat je van school mag verwachten.
  • De inhoud van je stage: wat moet je leren (de te behalen vaardigheden), hoe word je beoordeeld en wat moet er in je stageverslag komen te staan.
  • Planning stage: sollicitatie procedure, evaluatiegesprek en eindgesprek.
  • Opdrachten die je kunnen helpen bij het maken van je stageverslag.
  • Werkplan: waar begin je en wat wil je bereiken in je stage.
  • Beoordelingsformulier: een voorbeeld van het formulier waarmee je stage wordt beoordeeld.
  • Beschrijving beroep: beschrijving van de kerntaken en bijbehorende werkprocessen die bij je opleiding horen.

Het vinden van een erkende bpv-plaats

Bij het ROAR (ArtEZ) en ROMA (toneelacademie Maastricht) project in periode 4 van leerjaar 1 en 2 krijg je een kennismakingsopdracht van de makers. Ook zij stellen zich aan jullie voor en delen hun concept met jullie. Op basis daarvan geven de studenten en de regisseurs aan met wie ze willen werken en waarom. De AOC’er en studieloopbaancoach maken op basis daarvan een indeling die passend is bij de leervraag en studieloopbaan van de studenten. Voor de stages bij het productiehuis en de voorstellingen van TG Vers Vlees krijgen de studenten aan het einde van leerjaar 2 de verschillende synopsis en werkwijzen van de regisseurs te horen. Op basis daarvan geef je een voorkeur aan met wie je wil werken en waarom. Er is in periode 1 een keuze tussen twee tekstvoorstelling waarin wordt gewerkt vanuit een vaste tekst/script. Daarvan is er eentje een stage en de ander een schoolproject (TG Vers Vlees). Hetzelfde is aan de hand in periode 4 bij de afstudeervoorstellingen. De AOC’er en studieloopbaancoach maken op basis daarvan een indeling die kloppend is bij de leervraag en studieloopbaan van de studenten.

 

Begeleiding tijdens de bpv

Halverwege de bpv (stage) vindt een tussenevaluatie plaats. Je bespreekt samen met de bpv-coördinator en de praktijkopleider de leuke én de lastige punten waar je tegen aan loopt in de bpv. Naar aanleiding van het gesprek stel je verbeterpunten op.

Ook kom je halverwege je stageperiode 1 dag terug naar school. Tijdens die dag wissel je ervaring uit met je klasgenoten en kunnen er zaken besproken worden waar je tegenaan loopt tijdens je stage.

Wanneer er sprake is van een externe stage dan krijg je een apart handboek omdat het dan vaak om een unieke stage gaat.

Problemen tijdens de bpv

Het kan zijn dat tijdens jouw bpv problemen ontstaan. Bespreek dit altijd eerst op de bpv met degene die jou begeleidt. Als je er niet uitkomt neem dan snel contact op met jouw begeleider vanuit school. Stop nooit zelf met je bpv zonder dat je dit hebt besproken. Dit kan namelijk gevolgen hebben voor de voortgang van jouw opleiding. Samen met je begeleider wordt er altijd gezocht naar een oplossing.

Beoordeling van de bpv

Voor studenten van het eerste en tweede leerjaar geldt dat het behalen van de bpv voorwaardelijk is om naar het examenjaar te gaan. Het gaat dan om het behalen van je bpv tijdens het ROAR en ROMA project.