Inrichting en beoordeling BPV
Inrichting BPV: De inrichting van de beroepspraktijkvorming van deze opleiding kent de volgende systematiek:
-
Stage leerjaar 2: aan het einde van OP-3 in leerjaar 2 vindt in de zomerperiode een blokstage plaats van 900 uur. Deze stage is voldoende afgerond als er een voldoende beoordeling is voor de werkprocessen vanuit de BPV-plaats en vanuit de school.
-
Na het afronden van de stage volgt aansluitend een praktijkexamen in de beroepspraktijk of in simulatie.
Om voor een diploma in aanmerking te komen, moet je niet alleen bewijzen dat je de kerntaken van je beroep beheerst. Je moet ook een voldoende behalen voor het functioneren in de beroepspraktijk. Dit noemen we een aanvullende diplomavoorwaarde. Het gaat daarbij niet om de kennis en vaardigheden van het beroep (hardskills) maar om meer algemene arbeidsvaardigheden zoals het nakomen van afspraken, respectvol omgaan met collega's, integer zijn, verantwoordelijk zijn voor je werk en je werkomgeving etc. We noemen deze vaardigheden ook wel softskills omdat ze iets zeggen over je (beroeps-)houding, over de persoonlijke manier waarop jij zaken aanpakt en/of omgaat met mensen. De beoordeling hiervan gebeurt op meerdere momenten tijdens je stage. Dit wordt gedaan door één of meerdere praktijkopleiders. Deze beoordelingen staan allereerst in het teken van je begeleiding. Ze helpen je een goede beroepshouding te ontwikkelen.
Beoordeling BPV: Naast de eis dat je naar behoren moet functioneren in de beroepspraktijk, is het natuurlijk ook belangrijk dat je in voldoende mate aanwezig bent geweest. Om die reden wordt er een aanwezigheidsregistratie bijgehouden. De urenverantwoording en de beoordeling van je functioneren in de beroepspraktijk bepalen samen of je een voldoende krijgt als eindbeoordeling van de BPV.