Voor het mbo gelden algemene eisen voor Nederlands, Engels en rekenen. Dit worden de generieke vaardigheden genoemd en ze gelden voor alle mbo-opleidingen in Nederland. Rekenen bestaat uit verschillende vaardigheden die in één examen geëxamineerd worden. Nederlands en Engels bestaan uit verschillende onderdelen, namelijk:
- Lezen
- Luisteren
- Schrijven
- Spreken
- Gesprekken
Voor mbo-4 geldt een hoger referentieniveau dan voor mbo-2 en mbo-3. Voor Nederlands en rekenen geldt referentieniveau 3F voor mbo-4, en referentieniveau 2F voor mbo-2 en mbo-3. Bij Engels geldt voor de onderdelen ‘Lezen’ en ‘Luisteren’ referentieniveau B1, en de overige onderdelen referentieniveau A2. Dit geldt zowel voor mbo-3 als mbo-4.