De voortgang wordt op verschillende manieren gevolgd. Voor zowel de theorie, de praktijk als de BPV worden beoordelingen gegeven om de voortgang van de opleiding in kaart te brengen. Wij noemen dit formatieve toetsing. Ook het inleveren van bepaalde opdrachten valt onder formatieve toetsing.
Bekendmaken studieresultaten
De student ontvangt na elk semester een rapportage met daarop de beoordeling voor de verschillende vakken. Op het rapport worden de cijfers per vak weergegeven. De resultaten op het overgangsrapport bepalen of de student overgaat naar het volgende leerjaar. Onvoldoende resultaten op het voortgangsrapport en/of overgangsrapport kunnen leiden tot een bindend negatief studieadvies. Naast de danstechnische ontwikkeling wordt de student beoordeeld op de theorievakken, de beroepshouding (IMAGO) en de aanwezigheid per periode. In het eerste leerjaar krijg je te maken met het bindend studieadvies, dat kan positief of negatief zijn. Lees hier meer over in het blok 'bindend studieadvies eerste leerjaar'. Maximaal 1 rapportgroep mag onvoldoende zijn om over te gaan naar het volgende leerjaar.
Herkansen van formatieve toetsen
Voor elke toets worden twee toetsmomenten gepland. Het eerste toetsmoment is voor alle studenten. Het tweede toetsmoment is bestemd voor die studenten die geoorloofd afwezig waren bij het eerste toetsmoment. Ook kunnen studenten die het eerste moment voor de toets een onvoldoende hebben gehaald het tweede moment gebruiken als herkansing. Wanneer een toets wordt herkanst, geldt het hoogst behaalde cijfer. Voor elke afgelegde toets heeft de student recht op één herkansing.
Werkstukken, opdrachten, verslagen en dergelijke moeten op het afgesproken tijdstip worden ingeleverd. Als dit niet gebeurt, dan is je (examen)kans voorbij. Je hebt dan recht op één herkansing. Je bent verplicht om van ieder werkstuk, opdracht of verslag zelf een kopie te bewaren.