Toetsen en studievoortgang

Tijdens de opleiding maak je toetsen en opdrachten. Met de toetsen meten we je studievoortgang. Met je studieloopbaanbegeleider bespreek je jouw studievoortgang.

Meer informatie

Toetsen en opdrachten

De resultaten van je toetsen en opdrachten laten zien of je de lesstof begrijpt en/of aankan. Het is daarmee een aanwijzing of je de examens goed zal kunnen maken. 

Voortgangstoetsen kunnen allerlei vormen hebben, zoals:

  • Theorietoetsen
  • Eigen vaardigheidstoetsen
  • Verslagen
  • Werkstukken
  • BPV-opdrachten
  • Beoordelingen van lesdeelname
  • Beoordelingen van kampdeelname
  • Oefen Proeve van Bekwaamheid

De resultaten van je toetsen of opdrachten zijn mede bepalend voor jouw studievoortgang en of je naar de volgende fase in jouw opleiding kan. Belangrijk is hierbij natuurlijk ook je studiehouding.
Met het kwalificerend examen sluit je je opleiding af. Meer informatie over de examens die je moet afleggen en de diploma-eisen vind je onder de tegel examens.

Inzage in voortgangstoetsen
Je krijgt de gelegenheid om kennis te nemen van je toetsresultaten, zodat je kunt leren van je fouten. Wanneer je een toets wilt inzien, neem je contact op met je docent. Je kunt de toets vervolgens op afspraak en onder begeleiding bekijken, zodat je vragen kunt stellen. Als je het niet eens bent met de beoordeling bespreek je dit met je docent. Wanneer je er samen niet uitkomt, kun je schriftelijk bezwaar indienen bij de onderwijsleider.

Herkansen of inhalen van voortgangstoetsen

Er worden geen herkansingen georganiseerd. We verwachten van jou dat je gebruik maakt van het eerste toetsmoment. Dit kan bijvoorbeeld het afleggen van een (voortgangs)toets of het maken van een opdracht zijn. 

Het is wel mogelijk om een toets of opdracht in te halen, mits daar een geldige reden voor is. 

Regels voor het inhalen van proefwerken
Inhalen kan wanneer je door ziekte, om medische redenen of bij toegekend (bijzonder) verlof niet hebt kunnen deelnemen aan het toetsmoment. Hiervoor moet je een bewijsstuk (bijvoorbeeld een doktersverklaring of een verklaring van een behandeld specialist, een verlofbewijs en/of een verklaring van je mentor) kunnen overleggen.

Beoordeling van je studievoortgang

Tijdens het schooljaar voer je minstens twee voortgangsgesprekken met je studieloopbaanbegeleider. Tijdens deze gesprekken bespreken jullie je studievoortgang, zowel je resultaten als beroepshouding. Als je studieresultaten en/of je beroepshouding onvoldoende zijn, stel je samen met je studieloopbaanbegeleider een verbeterplan op. Digitale verslagen vind je op het studievolgsteem. De inloggegevens hiervoor krijg je bij de start van jouw opleiding. In het studievolgsysteem staan naast jouw resultaten ook jouw aanwezigheidsregistratie.

Ben je jonger dan 18 jaar? Dan informeren we je ouders/wettelijk vertegenwoordigers over je studievoortgang. Let op: Wanneer je om een bepaalde reden niet wil dat je opleiding (een van) je ouders of wettelijk vertegenwoordigers informeert, bespreek dit dan met je studieloopbaanbegeleider.

Op sharepoint kan je diverse rapportages terugvinden, zoals:

  • De eindcijfers van een periode.
  • De voortgang van je BPV.
  • Je aanwezigheid.
  • Je krijgt een toelichting op je studie- en beroepshouding.
  • Daarnaast krijg je een overzicht van de reeds behaalde examencijfers.

Overgangscriteria

Om door te kunnen met je studie moet je voldoen aan bepaalde voortgangscriteria. De voortgangscriteria voor jouw opleiding staan hieronder.

  • Je studieresultaten moeten voldoende zijn. De overgangscriteria worden toegelicht door je studieloopbaanbegeleider. De criteria verschillen per leerroute en niveau. 
  • Je verslagen en opdrachten moeten op tijd zijn ingeleverd en met een voldoende zijn beoordeeld.
  • Je BPV moet voldoende zijn beoordeeld.
  • Je studie- en beroepshouding moeten voldoende zijn. 
  • Je moet voldoende aanwezig zijn geweest (minimaal 85%).

Heb je niet voldaan aan de overgangscriteria, dan wordt tijdens de voortgangsvergadering bekeken of je over kunt gaan naar het volgende leerjaar.

Beoordeling van je beroepshouding

Als sport- en bewegingsleider zorg je voor een veilige omgeving waarbinnen gesport kan worden. Een juiste beroepshouding ten opzicht van anderen is belangrijk om goed te functioneren.

Een goede studie- en beroepshouding blijkt uit:

  • Je motivatie en inzet voor alle vakken en lesactiviteiten die aangeboden worden.
  • Het nakomen van afspraken.
  • Of je met kritiek kunt omgaan (geven en nemen).
  • Of je kritisch naar jezelf kunt kijken en daarbij kunt reflecteren.
  • Het zowel mondeling als schriftelijk kunnen uiten van je eigen mening en gevoelens.
  • Je bewust zijn van je eigen mogelijkheden en beperkingen.
  • Je kunnen verplaatsen in de situatie van de ander en daar op een juiste wijze op reageren.
  • Je bereidheid tot actief luisteren en hulpvaardig handelen naar je medestudenten en docenten.
  • Je bereidheid tot samenwerken.
  • Of je voldoende initiatieven neemt.
  • Of je correcte omgangsvormen toont ten aanzien van medestudenten, personeel en gasten.
  • Het correct omgaan met materiaal.

Onvoldoende studievoortgang

Tijdens je opleiding kun je vertraging oplopen, bijvoorbeeld omdat je bepaalde onderdelen niet behaald hebt. We noemen dit studieschuld. Studieschuld ontstaat op het moment dat:

  • Je voor één of meerdere voortgangstoetsen (ook opdrachten die niet zijn ingeleverd) of examens een onvoldoende hebt behaald.
  • Je door afwezigheid of blessure aan één of meer voortgangstoetsen niet hebt deelgenomen.
    Studieschuld moet je in principe inlossen in het semester dat volgt op het semester waarin je het hebt opgelopen. Het meenemen van een studieschuld naar een volgend jaar kan alleen maar als de voortgangsvergadering van docenten dat besluit.

Wanneer je studieresultaat onvoldoende is, kan dit gevolgen hebben voor het volgen van je opleiding:

  • Je wordt toegelaten tot het volgende leerjaar met een studieschuld (alleen beperkte studieschuld is toegestaan).
  • Je wordt teruggezet en/of krijgt een studieverlenging.
  • Wanneer je niet voldoet aan de overgangscriteria en/of je bent de afspraken uit het verbeterplan onvoldoende nagekomen, dan kan je een negatief bindend studieadvies krijgen. Dat betekent dat je met de opleiding moet stoppen.

Bindend studieadvies

In het eerste studiejaar van je opleiding ontvang je een bindend studieadvies. Dit kan een positief advies zijn, wat betekent dat je je opleiding kan voortzetten. Je kunt ook een negatief advies krijgen. Bij een negatief bindend studieadvies wordt de inschrijving beëindigd en moet je stoppen met je opleiding.

Als je een éénjarige opleiding volgt, ontvang je een bindend studieadvies tussen de derde en vierde maand van het eerste studiejaar. Als je een opleiding volgt die langer duurt dan een jaar, dan ontvang je een bindend studieadvies tussen de negende en twaalfde maand van jouw opleiding.

Lees verder

Stoppen met je opleiding en de gevolgen

Als je wilt stoppen met je opleiding, bespreek dit dan met je studieloopbaanbegeleider. Hij of zij verwijst je naar het ondersteuningsteam. Het ondersteuningsteam denkt met jou mee over je toekomst en een eventuele andere opleiding.

MBO-verklaring

Het kan zijn dat je je studie bij Albeda niet afmaakt. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Als je uitgeschreven wordt bij Albeda, dan heb je recht op een mbo-verklaring. Dit is een verklaring met daarop de door jouw behaalde resultaten. Dit kan je helpen als je gaat solliciteren of als je weer aan een nieuwe mbo-opleiding gaat beginnen (vrijstellingen). Wil je meer weten over de mbo-verklaring, ga dan even langs bij je slb’er.

Je ontvangt automatisch een mbo-verklaring als je:

  • Albeda verlaat zonder diploma en
  • ten minste één examen(deel)resultaat hebt behaald en/of (een deel van) de bpv met een positief resultaat hebt afgesloten. Hierbij geldt dat voor de examenresultaten geen mbo-certificaat kan worden uitgereikt.